Inhoudsopgave
Advertenties
Diagrameigenschappen bewerken
• Tik op het werkbalkpictogram Diagrameigenschappen
.
• Pas de Diagrameigenschappen aan.
Naam: De Diagramnaam die wordt gebruikt in
het bijschrift van het diagramvenster.
Raster tonen: Als dit is aangevinkt, wordt het
raster weergegeven in de grafiek.
Gelijke asverhouding: Wanneer gemarkeerd,
gebruiken de eenheden langs de horizontale en
verticale as in de grafiek hetzelfde aantal
schermpixels.
Als
bijvoorbeeld
"gelijke
asverhouding" is gemarkeerd, wordt een cirkel weergegeven als een echte cirkelvorm op
het scherm (in plaats van een ellips).
Variabelen die langs de as van het diagram worden gebruikt, worden weergegeven via
tabbladen.
• Tik op een tabblad om de eigenschappen van de variabele te bewerken.
Grootheid: een unieke variabelenaam. Deze naam wordt gedeeld in grafieken en
gegevenstabel.
Assen: geeft de geselecteerde as aan die X, Links Y of rechts Y kan zijn.
Min/Max: De minimum- en maximumwaarden beperken de schaal van de grafiek. Merk
op dat de duur van de meting alleen wordt bepaald door de meetinstellingen, niet door
het maximum van de tijdas in de grafiek.
Markering: een markering die wordt gebruikt om de afzonderlijke gegevenspunten te
markeren. Let op als Marker een kleine punt is en het verbindingstype is lijn, dat dan de
kleine punt niet zichtbaar is (de punten worden overlapt door de lijn). Hetzelfde kan
gelden voor andere markeringen wanneer de lijnbreedte is ingesteld op een dikkere lijn.
Kleur: de kleur is van toepassing op de markeringen en lijnstijl die in de grafiek worden
gebruikt. Dezelfde kleur wordt ook gebruikt voor de naam van het variabelelabel en de
eenheid langs de assen en voor de gegevenstabel.
Lijndikte: De dikte van de grafieklijn. De instelling van lijndikte is niet van toepassing
wanneer Verbindingstype = Geen.
Waarde bij toppen: Wanneer deze optie is ingeschakeld, worden de pieken van de
variabele in de grafiek gelabeld met hun respectieve waarden.
36 | VinciLab 2 Gebruikershandleiding
Advertenties
Inhoudsopgave
