5. Een nieuwe activiteit opent en het activiteitenscherm wordt weergegeven.
6. Tik op
Interface.
7. Sluit de gewenste sensor(en) aan op de sensoringang(en) van VinciLab.
•
Wanneer een aangesloten sensor wordt gedetecteerd, verschijnt het
sensorpictogram en worden de live-metingen weergegeven.
•
In zeldzame situaties kan een sensor niet worden gedetecteerd. Tik dan op een
lege sensoringang waarop de sensor is aangesloten en selecteer Kies een sensor
en selecteer de juiste sensor in de lijst.
8. De sensorpictogrammen op het interfacescherm tonen de huidige waarden die door
de sensor worden gemeten. De live weergegeven gegevens worden niet opgeslagen
in het geheugen van VinciLab 2.
9. Tik op het pictogram
indien gewenst aan te passen.
10. Tik op het sensor icoon en selecteer Weergeven als > Grafiek. Het scherm Grafieken
wordt geopend en toont de standaardgrafiek.
11. Tik op
om een meting te starten.
•
In de meeste gevallen start Coach direct met de meting.
•
Als triggeren is ingeschakeld, wordt de meting automatisch gestart wanneer aan
de triggervoorwaarden wordt voldaan.
12. De meting is voltooid wanneer de opgegeven meettijd is bereikt.
13. Grafieken worden automatisch bijgewerkt tijdens het verzamelen van gegevens en
voor elke nieuwe meetrun wordt een nieuwe run toegevoegd aan de grafiek(en).
Runs onderscheiden zich door middel van een tint van de variabele kleur; de nieuwste
Run krijgt de donkerste tint. De Runnummers, die aan de rechterkant van de
grafiekwerkbalk worden weergegeven, geven het aantal beschikbare runs aan.
• Tik op het nummer van een Run om die gegevens in de grafiek te verbergen. Tik
opnieuw om deze weer zichtbaar te maken.
• Om een Run van een meting te wissen:
In het Grafiek scherm:
Tik op
en selecteer de run die u wilt
verwijderen. Met de opties Alle en Alle
behalve Nieuwste kunt u alle runs
verwijderen
uitzondering van de laatste run.
De geselecteerde run(s) worden verwijderd uit de tabel en grafieken en de resterende
runs worden opnieuw genummerd. Houd er rekening mee dat deze actie niet
ongedaan kan worden gemaakt en dat de gegevens van de verwijderde uitvoering
verloren gaan.
14.
Als u uw resultaatbestand wilt opslaan, verlaat u het grafiekscherm en bevestigt u
dat u het wilt opslaan of gebruik
een naam en tik op OPSLAAN.
24 | VinciLab 2 Gebruikershandleiding
Instellingen om de meetinstellingen te controleren en
of
alle
runs
In het scherm Datatabel:
Tik op een Runnummer in de tabel en
selecteer Verwijderen.
met
in de werkbalk Activiteit. Geef het bestand