5. Werken met sensoren op het interfacescherm
Tik op
om het interfacescherm te openen. Er
is
slechts
één
coachactiviteit/het resultaat. Dit scherm biedt
mogelijkheden om met sensoren te werken en
toont de status van:
•
de sensoringangen A1, A2, A3 en A4,
•
ingebouwde versnellingsmeter, waarden van
respectievelijk AX, AY en AZ, en
•
ingebouwde microfoon.
Standaard zijn de sensoringangen leeg en zijn ingebouwde sensoren uitgeschakeld.
5.1 Werkbalk en menu's
Afhankelijk van het geselecteerde type meting kunnen de volgende pictogrammen
aanwezig zijn in de werkbalk van het interfacescherm:
Icoon
D
'
E MENU
S VAN HET INTERFACESCHERM
H
:
OTSPOT
LEGE SENSORINGANG
Tik op een lege sensoringang om het gereedschapsmenu weer te geven:
•
Weergeven als > grafiek, meter, waarde - om een standaardgrafiek, meter of
waarde te maken.
•
Sensorinstellingen – om het dialoogvenster Sensorinstellingen te openen.
•
Kies een sensor – om handmatig een sensor te selecteren in de sensorbibliotheek.
•
Maak een nieuwe sensor > 0 .. 5 V, -10 .. 10 V - om een nieuwe gebruikerssensor
te maken, moet het juiste sensorspanningsbereik worden geselecteerd.
interfacescherm
Tik op dit icoon om:
De meetinstellingen te openen
De meting te starten
Inactief wanneer er geen sensor(en) zijn aangesloten
De meting op elk gewenst moment te onderbreken
Een handmatige meting uit te voeren
Alleen in de handmatige meetmodus
De meting opnieuw afspelen
in
de
VinciLab 2 Gebruikershandleiding| 25