H
:
OTSPOT
LEGE INTERNE SENSORINGANG
Tik op een lege ax-, ay-, az- of microfooningang voor weergave gereedschapsmenu:
•
Weergeven als > grafiek, meter, waarde - om een standaardgrafiek, meter of
waarde te maken.
•
Sensorinstellingen – om het dialoogvenster Sensorinstellingen te openen.
•
Inschakelen... – om de sensor in te schakelen.
H
:
OTSPOT
SENSORPICTOGRAM
Tik op een sensorpictogram om het gereedschapsmenu weer te geven:
•
Weergeven als > grafiek, meter, waarde - om de gemeten door de sensorwaarden
weer te geven op een standaard grafiek, meter of waarde.
•
Sensorinstellingen – om het dialoogvenster Sensorinstellingen te openen.
•
Ingangsbereik instellen – om een sensoringangsbereik (kalibratie) in te stellen.
•
Stel in op > Nul of Waarde – om de werkelijk gemeten waarde in te stellen op nul
of op een andere waarde.
•
Calibreer – om een handmatig geselecteerde sensor te kalibreren en de nieuwe
kalibratie op te slaan in de sensorbibliotheek.
•
Vervangen (alleen aanwezig voor een gedetecteerde sensor) – opent de Coach
Sensor bibliotheek om selecteren van een sensor uit de bibliotheek mogelijk te
maken.
•
Verwijderen (alleen aanwezig voor een handmatig geselecteerde sensor) – om een
sensor te verwijderen.
•
Uitwisselen (alleen aanwezig wanneer een andere dan vooraf gedefinieerde
sensor wordt gedetecteerd) - om een vooraf gedefinieerde sensor te veranderen
in een gedetecteerde sensor.
•
Uitschakelen (alleen aanwezig bij ingebouwde sensor) – om de sensor uit te
schakelen.
5.2 Sensoren aansluiten en detecteren
Na het aansluiten van een sensor op een
sensoringang van VinciLab 2 probeert het
apparaat de aangesloten sensor te identificeren.
•
Wanneer de sensor automatisch wordt
herkend, verschijnt het sensorpictogram op
de respectieve invoer op het scherm. De live
gegevens die door de sensor worden
gemeten,
worden
weergegeven.
Wanneer een dergelijke sensor wordt losgekoppeld, verdwijnt het pictogram
automatisch.
26 | VinciLab 2 Gebruikershandleiding
op
het
pictogram