Minimum ballast
Voorzijde/achterzij-
de
Totaal gewicht
Vooraslast
Achterasdruk
7.2
Bovenstangdemping monteren
2
3
1
KM001-169
Met behulp van de bovenstangdemping kunnen bodemoneffenheden worden afgeveerd.
ü De machine is stopgezet en beveiligd,
De rubber buffer (1) in de driepuntsbok (7) schroeven.
De bovenstangdemping (6) aan de driepuntsbok (7) inhangen en met de bout (5) borgen.
De bovenstangdemping heeft een gewicht van ca 29 kg.
De plaat (3) via de contraschroefverbinding (2) zodanig instellen dat deze licht tegen de
rubber buffer (1) ligt.
De machine aan de trekker vastkoppelen,
De bovenstang (4) in de bovenstangdemping (6) hangen en met de bout (5) borgen.
7.3
Machine aan de trekker koppelen
LET OP
De aanbouw van apparaten aan de voor- en achterzijde mag niet tot het overschrijden van
het toegestane totaal gewicht, de toegestane aslasten en het draagvermogen van de banden
van de trekker leiden. De vooras van de trekker moet ook bij gemonteerd aanbouwwerktuig
achter altijd met minstens 20% van het leeg gewicht van de trekker zijn belast.
• Controleer voor het begin van de rit of aan deze voorwaarden is voldaan,
EasyCut R 400
Originele handleiding 150000735_04_nl
Daadwerkelijke
waarde volgens de
berekening
kg
<
kg
<
kg
<
kg
4
5
6
7
zie
zie
Inbedrijfstelling
Bovenstangdemping monteren
Toegestane waarde
volgens de handlei-
ding van de trekker
kg
kg
kg
Pagina 25.
Pagina 49.
7
7.2
Dubbel toegelaten
draagvermogen van
de banden (twee
banden)
<
kg
<
kg
zie
Pagina 46.
49