c
Selecteer met
uitgelijnd met de draadmarkering aan het
eind van het vorige stuk dat u hebt
geborduurd. In dit voorbeeld lijnt u de
naaldstand uit met midden boven van het
volgende patroon. Wanneer u klaar bent,
drukt u op
10
de naaldstand die is
.
d
Met
lijnt u de naaldstand uit met het
punt van de draadmarkering.
a
Naaldstand
Opmerking
• Nadat u het handwiel hebt gedraaid om de
naaldstand te controleren, drukt u op de
"Naaldstandtoets" om de naald omhoog te zetten.
e
Nadat u de naaldstand hebt uitgelijnd voor
het begin van het borduurwerk, verwijdert u
de draadmarkering.
Opmerking
• Verwijder de draadmarkering voordat u begint te
borduren. Anders wordt de draadmarkering mogelijk
opgenomen in het patroonstiksel, en dan is de
markering moeilijker te verwijderen.
a