Onderhoud, diagnostiek en p...
7 Onderhoud, diagnostiek en problemen verhelpen
In dit hoofdstuk bevat onder meer richtlijnen voor
onderhoud en reparatie, statusmeldingen, waarschuwingen
en alarmen en elementaire foutopsporing.
7.1 Onderhoud en reparatie
Bij normale bedrijfscondities en belastingprofielen is de
frequentieomvormer onderhoudsvrij gedurende zijn
volledige levensduur. Om uitval, gevaar en schade te
voorkomen, moet u de frequentieomvormer regelmatig
inspecteren; de frequentie hiervan is afhankelijk van de
bedrijfscondities. Vervang versleten of beschadigde
onderdelen door originele reserveonderdelen of standaard
onderdelen. Ga voor service en ondersteuning naar
www.danfoss.com/contact/sales_and_services/.
7
7
WAARSCHUWING
HOGE SPANNING
Frequentieomvormers werken met een hoge spanning
wanneer ze zijn aangesloten op de netvoeding. Wanneer
de installatie, het opstarten en het onderhoud niet
worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel kan
dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.
•
Installatie, opstarten en onderhoud mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door gekwali-
ficeerd personeel.
34
®
Bedieningshandleiding VLT
7.2 Statusmeldingen
Wanneer de frequentieomvormer in de statusmodus staat,
worden automatisch statusmeldingen gegenereerd en op
de onderste regel van het display weergegeven (zie
Afbeelding 7.1).
1 Bedieningsmodus (zie Tabel 7.1)
2 Referentieplaats (zie Tabel 7.2)
3 Bedrijfsstatus (zie Tabel 7.3)
Afbeelding 7.1 Statusdisplay
Tabel 7.1 tot Tabel 7.3 beschrijven de statusmeldingen op
het display.
Off
Auto on
Tabel 7.1 Bedrijfsmodus
Extern
Lokaal
Tabel 7.2 Referentieplaats
MG20MA10 - Rev. 2014-01-15
AQUA Drive FC 202
Status
799RPM
7.83A
0.000
53.2%
Auto
Remote
Ramping
Hand
Local
Stop
O
Running
Jogging
.
.
.
Stand by
1
2
De frequentieomvormer zal niet reageren op
stuursignalen totdat [Auto On] of [Hand On]
wordt ingedrukt.
De frequentieomvormer wordt bestuurd via
stuurklemmen en/of seriële communicatie.
De frequentieomvormer wordt bestuurd met
behulp van de navigatietoetsen op het LCP.
De lokale modus kan worden onderdrukt via
stopcommando's, resets na een alarm,
omkering, DC-rem en andere signalen die op
de stuurklemmen worden toegepast.
De snelheidsreferentie wordt gegeven via
externe signalen, seriële communicatie of
interne digitale referenties.
De frequentieomvormer wordt bestuurd via
[Hand On] of referentiewaarden vanaf het LCP.
1(1)
36.4kW
3