Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Setup Asynchrone Motor; Setup Pm-Motor In Vvc - Danfoss VLT AQUA Drive FC 202 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AQUA Drive FC 202:
Inhoudsopgave

Advertenties

Inbedrijfstelling
4.
Ga met de navigatietoetsen naar 0-03 Regionale
instellingen en druk op [OK].
Afbeelding 5.4 Basisinstellingen
5
5
5.
Selecteer met de navigatietoetsen [0] Interna-
tionaal of [1] Noord-Amerika en druk op [OK].
(Hierdoor worden de standaardinstellingen van
een aantal basisparameters gewijzigd.)
6.
Druk op [Main Menu] op het LCP.
7.
Ga met de de navigatietoetsen naar 0-01 Taal.
8.
Selecteer de gewenste taal en druk op [OK].
9.
Als er tussen de stuurklemmen 12 en 27 een
jumperkabel is aangebracht, moet u 5-12 Klem 27
digitale ingang op de fabrieksinstelling laten
staan. Stel 5-12 Klem 27 digitale ingang in op Niet
in bedrijf als dit niet het geval is. Voor frequentie-
omvormers met een optionele bypass is geen
jumperkabel vereist tussen de stuurklemmen 12
en 27.
10.
3-02 Minimumreferentie
11.
3-03 Max. referentie
12.
3-41 Ramp 1 aanlooptijd
13.
3-42 Ramp 1 uitlooptijd
14.
3-13 Referentieplaats. Gekoppeld Hand/Auto,
Lokaal, Extern.

5.4.3 Setup asynchrone motor

Voer de motorgegevens in bij parameter 1-20 Motorverm.
[kW] of 1-21 Motorverm. [PK] in 1-25 Nom. motorsnelheid.
Deze informatie is te vinden op het motortypeplaatje.
1.
1-20 Motorverm. [kW] of 1-21 Motorverm. [PK]
2.
1-22 Motorspanning
3.
1-23 Motorfrequentie
4.
1-24 Motorstroom
5.
1-25 Nom. motorsnelheid
26
Bedieningshandleiding VLT
0.0%
0.00A
Basic Settings
0-03 Regional Settings
[0] International
®
AQUA Drive FC 202

5.4.4 Setup PM-motor in VVC+

LET OP
1(1)
0-0
*
Gebruik een permanentmagneetmotor (PM-motor) alleen
in combinatie met ventilatoren en pompen.
Stappen voor eerste programmering
1.
Activeer het gebruik van een PM-motor door
1-10 Motorconstructie in te stellen op [1] PM, niet-
uitspr. SPM.
2.
Stel 0-02 Eenh. motortoerental in op [0] TPM.
De motorgegevens programmeren
Nadat u in 1-10 Motorconstructie een PM-motor hebt
geselecteerd, zijn de PM-motorgerelateerde parameters in
parametergroep 1-2* Motordata, 1-3* Geav. Motordata en
1-4* actief.
De benodigde gegevens zijn te vinden op het motortype-
plaatje en in het motordatablad.
Programmeer de volgende parameters in de aangegeven
volgorde:
1.
1-24 Motorstroom
2.
1-26 Cont. nom. motorkoppel
3.
1-25 Nom. motorsnelheid
4.
1-39 Motorpolen
5.
1-30 Statorweerstand (Rs)
Voer de weerstand van de statorwikkeling in voor
fase naar common (Rs). Wanneer enkel fase-naar-
fasegegevens beschikbaar zijn, moet u de waarde
delen door 2 om de waarde voor fase-common
(sterpunt) te verkrijgen.
6.
1-37 Inductantie d-as (Ld)
Voer de directe asinductantie van de PM-motor in
voor fase naar common.
Wanneer enkel fase-naar-fasegegevens
beschikbaar zijn, moet u de waarde delen door 2
om de waarde voor fase-common (sterpunt) te
verkrijgen.
MG20MA10 - Rev. 2014-01-15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave