Elektrische installatie
Klem Parameter
68 (+)
8-3
69 (-)
8-3
01,
5-40 [0]
4
4
02, 03
04,
5-40 [1]
05, 06
Tabel 4.3 Beschrijving klemmen
Extra klemmen:
•
2 relaisuitgangen met omschakelcontact. De
locatie van de uitgangen hangt af van de
configuratie van de frequentieomvormer.
•
Klemmen op de ingebouwde optionele
apparatuur. Zie de handleiding die bij de appara-
tuuroptie wordt geleverd.
4.8.2 Kabelaansluiting op stuurklemmen
Stuurklemconnectoren kunnen uit de frequentieomvormer
worden getrokken. Dit maakt het installeren eenvoudig,
zoals te zien is in Afbeelding 4.7.
LET OP
Houd stuurkabels zo kort mogelijk en gescheiden van
hoogvermogenkabels om interferentie te minimaliseren.
1.
Open het contact door een kleine schroeven-
draaier in de sleuf boven het contact te steken en
de schroevendraaier iets omhoog te drukken.
Afbeelding 4.9 Stuurkabels aansluiten
18
Bedieningshandleiding VLT
Standaard-
instelling
Beschrijving
RS-485-interface. Er is een
stuurkaartschakelaar
aanwezig voor gebruik als
afsluitweerstand.
Relais
[9] Alarm
Relaisuitgang met
omschakelcontact Voor
AC- en DC-spanning en
[5] Actief
resistieve of inductieve
belastingen.
®
AQUA Drive FC 202
2.
Steek de gestripte stuurkabel in het contact.
3.
Verwijder de schroevendraaier om de stuurkabel
vast te zetten in het contact.
4.
Controleer of de kabel stevig in het contact is
geklemd. Loszittende stuurkabels kunnen
storingen in de apparatuur of een niet-optimale
werking tot gevolg hebben.
Zie hoofdstuk 8.5 Kabelspecificaties voor de kabelgroottes
voor stuurklemmen en hoofdstuk 6 Voorbeelden toepas-
singssetup voor typische stuurkabelaansluitingen.
4.8.3 Motorwerking mogelijk maken
(klem 27)
Er kan een jumperkabel vereist zijn tussen klem 12 (of 13)
en klem 27 om de frequentieomvormer te laten werken
wanneer de standaard fabrieksinstellingen worden
gebruikt.
•
Digitale ingangsklem 27 is ontworpen om een
extern vergrendelingssignaal van 24 V DC te
ontvangen. In veel toepassingen sluit de
gebruiker een extern vergrendelingsapparaat aan
op klem 27.
•
Wanneer geen vergrendelingsapparaat wordt
gebruikt, moet u een jumper aansluiten tussen
stuurklem 12 (aanbevolen) of 13 en klem 27. Dit
zorgt voor een intern 24 V-signaal op klem 27.
•
Wanneer de statusregel onder aan het LCP de
tekst AUTO EXTERN VRIJLOOP weergeeft,
betekent dit dat de eenheid bedrijfsklaar is, maar
dat er een ingangssignaal op klem 27 ontbreekt.
•
Wanneer in de fabriek geïnstalleerde optionele
apparatuur is aangesloten op klem 27 mag u
deze aansluiting niet verwijderen.
LET OP
De frequentieomvormer kan niet werken zonder een
signaal op klem 27, tenzij klem 27 opnieuw is
geprogrammeerd.
MG20MA10 - Rev. 2014-01-15