10.4.1 Waterpas maken
•
Voor de waterpassing moet de wielhoogte verzet worden.
•
De waterpassing mag uitsluitend door een geschoolde kracht met ge-
fundeerde kennis van de omgang met weegschalen doorgevoerd
worden.
Weegschaal op een effen oppervlak zetten.
Rem vastzetten.
Wiel (1) in de richting van de wijzers van de klok draaien totdat de
luchtbel in het luchtbelwaterpas zich binnen de zwarte kring bevindt.
Contramoer (2) helemaal naar boven draaien en met geschikt gereed-
schap (bijvoorbeeld tang) vastzetten.
De spleetbreedte mag max. 15 mm bedragen!
22
MCB-NM_MPT-NM-BA-nl-1934