FD-R Basic 2
Nederlands
7. Programmeren
7.1. Programmeren met verschillende typen centrales
Programmering met DCC-centrales
Vanuit de centrale kunt u de configuratievariabelen (CVs) van de
decoder programmeren, de hoofdspoorprogrammering is eveneens
mogelijk. Lees daartoe goed het betreffende hoofdstuk in de
handleiding van uw centrale, waarin de byteprogrammering van de CVs
(direct programming) en de hoofdspoorprogrammering (POM) zijn
beschreven. Met DCC-centrales die alleen registerprogrammering
kennen kunt u de decoder niet programmeren.
Aanwijzing: de terugmelding naar de centrale in DCC-format is alleen
mogelijk, wanneer er voldoende stroom kan vloeien. Daarom moet,
voor het programmeren van de functiedecoder, aan minstens één
uitgang een extra apparaat worden geplaatst met een verbruik van
minstens 100 mA.
Programmering met Motorola-centrales
In het Motorola-format worden de instellingen in het register
geprogrammeerd.
Let op: Wanneer u een centrale gebruikt die zowel het DCC als het
Motorola-format zendt is het programmeren in DCC-format aan te
bevelen. U kunt de decoder na het programmeren aansturen in het
Motorola-format.
Let op: sluit voor het programmeren met een Motorola centrale op
AUX1 of AUX2 minstens een lamp of LED aan, daar dit tijdens het
programmeren door het knipperen van de verlichting op deze twee
uitgangen wordt aangegeven dat de decoder in programmeermode
staat. De knipper frequentie geeft aan welke invoer verwacht wordt:
Pagina 21