FD-R Basic 2
verkort. Wanneer u geen voorschakelweerstanden gebruikt, nemen
andere componenten de functie van voorschakelweerstand over (bv. rails,
wielen, stroomafnemer), wat tot een verandering van het digitale signaal
kan leiden en er storingen kunnen optreden in het digitaal bedrijf. Bereken
de noodzakelijk voorschakelweerstand op basis van de piekspanning van
de ter beschikking staande voeding. Deze komt overeen bij geregelde
boosters met de op de booster aangegeven uitgangs- (rail) spanning. Bij
niet geregelde boosters en analoge rijregelaars bedraagt de piekspanning
ca. 1,4 maal de op de trafo aangegeven waarde.
Serieel aansluiten van LEDs
Wanneer u meerdere LEDs op één uitgang wilt aansluiten, dan kunnen deze
met één voorschakelweerstand in serie worden geschakeld. De stroom
bedraagt al naar geland de voorschakelweerstand max. 20 mA voor alle
LEDs. Het maximaal aantal aan te sluiten LEDs wordt als volgt berekend
Piekspanning van de voedingsspanning
- som van de doorlaatspanning van alle LEDs
> 0
Voordeel bij deze oplossing is de lage stroom.
Voor het berekenen van de juiste voorschakelweerstand bij het serieel
aansluiten van LEDs telt u eerst de doorlaatspanning van alle te
gebruiken LEDs bij elkaar op. De doorlaatspanning is afhankelijk van de
kleur en zou in de technische gegevens van de LED aangeven moeten
zijn. Zijn er geen fabrieksgegevens voorhanden, dan kunt u voor witte en
blauwe LEDs 4V, voor gele, oranje, rode en groene LEDs 2V aannemen.
De resterende spanning moet door de voorschakelweerstand worden
"onderdrukt". De formule voor de berekening is:
nodig R
[Ohm] = ( U
V
V
U
= voedingsspanning (piek) | ∑ U
B
I
stroom bij max. lichtsterkte.
F =
[V] – ∑ U
[V] ) / (I
F
B
F
= som van de doorlaatspanningen van alle LEDs
F
Nederlands
[mA] x 0,001 )
F
F
Pagina 17