11
GEBRUIK
11.2
GEBRUIK VOOR WERKPLAATSPOSITIONERING
De kabellengte (L) zodanig instellen dat een vrije val niet mogelijk is.
Gebruik UITSLUITEND toegestaan met:
-
(1) Positioneringslussen van de harnasgordel volgens EN 358 of
-
(2) INNOTECH "STRING-1+2"
(1)
LEVENSGEVAAR door vallen over de rand.
!
-
Het aanslagpunt (EN 795) moet zich boven of op gelijke hoogte als
de heup bevinden.
GEVAAR
-
Uitsluitend werken met gespannen touw of kabel.
-
De maximaal toegestane valhoogte van 0,5 meter in acht nemen.
12
(1)
BRAKE / 200610 / www.innotech.at
(2)