Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instellingen Voor Visual Control - Roland JUPITER-50 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Beeldmateriaal besturen

Instellingen voor Visual Control

1.
Druk op de [VISUAL CONTROL] knop .
Het VISUAL CONTROL scherm verschijnt.
2.
Stel de volgende parameters in .
Parameter
Clip Ch
Effect Ch
Playback Speed Ctrl
Playback Speed Range
Dissolve Time Ctrl
Effect Ctrl 1
Effect Ctrl 2
Effect Ctrl 3
Keyboard Range Lower
Keyboard Range Upper
Note Message Enabled
Local Sw
3.
Om de instellingen op te slaan, drukt u op de [WRITE] knop .
MEMO
Gebruik de systeeminstelling 'Visual Control Mode' (p.78), om te specificeren of Visual Control voor het besturen van een MIDI Visual Control
compatibel apparaat of een V-LINK compatibel apparaat zal worden gebruikt.
86
Waarde
1–16
1–16
OFF, CC01–CC31, CC64–CC95, Bender,
Ch Aftertouch
0.1–1.0–2.0, 0.5–1.0–2.0,
0.0–1.0–4.0, 0.5–1.0–4.0,
0.0–1.0–8.0, 0.5–1.0–8.0,
0.0–1.0–16.0, 0.5–1.0–16.0,
0.0–1.0–32.0, 0.5–1.0–32.0,
0.0–2.0–4.0, 0.0–4.0–8.0,
0.0–8.0–16.0, 0.0–16.0–32.0,
-2.0–1.0–4.0, -6.0–1.0–8.0
OFF, CC01–CC31, CC64–CC95, Bender,
Ch Aftertouch
OFF, CC01–CC31, CC64–CC95, Bender,
Ch Aftertouch
E1–G7
OFF, Assignable
OFF, ON
Uitleg
Specificeert het MIDI-kanaal dat voor het schakelen van afbeeldingen wordt gebruikt.
Specificeert het MIDI-kanaal dat voor het veranderen van video-effecten wordt gebruikt.
Specificeert de controller die voor het veranderen van de video afspeelsnelheid wordt gebruikt.
Specificeert de reeks waarbinnen de video afspeelsnelheid verandert.
De drie waardes specificeren de afspeelsnelheid (als een meervoud van normale snelheid) als de
controller, die met Playback Speed Ctrl is geselecteerd, respectievelijk op de minimale waarde,
middelste waarde en maximale waarde staat.
Specificeert de controller die voor het besturen van de overgangstijd (de tijd waarbinnen de
beelden worden veranderd) wordt gebruikt.
Specificeert de controller die voor besturing van het video-effect wordt gebruikt.
Specificeert de reeks toetsen waarmee de afbeeldingen worden veranderd.
Zet dit op Assignable als u wilt dat nootdata de beelden laat veranderen. Gewoonlijk worden
Program Change boodschappen gebruikt om van afbeelding te veranderen, dus zou u dit op OFF
laten staan.
Specificeert of de JUPITER-50 geluid produceert (ON) of niet (OFF), als u noten speelt binnen de
zones die voor Keyboard Range Lower en Keyboard Range Upper zijn gespecificeerd.
* De Local SW instelling wordt niet opgeslagen. Deze wordt automatisch op ON ingesteld als u de
stroom aanzet.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave