Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Live Set/Tone Knoppen; Information - Roland JUPITER-50 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De systeeminstellingen van de JUPITER-50
MISC ([F6] knop)
Parameter
Waarde
Metronome
Metronome Level
0–10
Metronome Sound
TYPE1–TYPE4
System Control Source
Hier kunt u de MIDI-boodschappen die als System Controls
worden gebruikt specificeren.
System Controls 1-4 zijn parameters waaraan u MIDI-
boodschappen, zoals Control Change boodschappen, kunt
toewijzen.
Bijvoorbeeld, als u op de JUPITER-50 een System Control als
de MFX CONTROL Source kiest (LIVE SET EFFECT scherm,
p.58), kunt u MIDI-boodschappen gebruiken om effectpara-
meters te besturen.
Het is gemakkelijk om System Controls te gebruiken als u
geen verschillende MIDI-boodschappen voor MFX CONTROL
van elke Live Set hoeft te gebruiken of als u een specifieke
System Control 1–4
MIDI-boodschap voor MFX CONTROL wilt gebruiken.
Source
SuperNATURAL Acoustic Tones kunnen met de MIDI-
boodschappen die u aan System Controls 1 en 2 heeft
toegewezen worden bestuurd, zodat u effecten zoals vibrato
of dynamiek kunt produceren (bij sommige Tones is er geen
verandering).
OFF
CC01–31, CC32
(OFF), 33–95
PITCH BEND
AFTERTOUCH
Startup Registration
Startup Registra-
[00] ---,
tion
[01] 1-1–[08] 4-4
Manual Registration
Registration
MANUAL,
Manual Button
SINGLE
Live Set
0001–2560
Screen Saver
OFF,
Screen Saver Time
1–60 [min]
Auto Off
Auto Off
OFF, 30, 240 [min]
Visual Control
MVC
Visual Control
Mode
V-LINK
USB Driver
VENDER
(MIDI+AUDIO)
USB Driver
GENERIC
(MIDI only)
78
Uitleg
Specificeert het volume van de
metronoom.
Specificeert het metronoom type.
System Control wordt niet gebruikt.
Controller 1–95
Pitch Bend
Aftertouch
Specificeert de registratie die
geselecteerd wordt wanneer u het
apparaat aanzet.
Specificeert of Manual of Single Part Play
wordt geselecteerd als de [MANUAL]
knop wordt ingedrukt.
Specificeert de Live Set die geselecteerd
wordt als u op de [MANUAL] knop drukt.
Specificeert de tijd (minuten) totdat de
schermbeveiliging wordt geactiveerd.
Als dit op OFF is ingesteld, wordt de
schermbeveiliging niet geactiveerd.
In de fabrieksinstellingen wordt de
JUPITER-50 automatisch uitgeschakeld
nadat u gedurende vier uur niet heeft
gespeeld of het apparaat heeft bediend
(fabrieksinstelling).
Als u niet wilt dat de stroom automatisch
wordt uitgezet, zet u de 'Auto Off'
parameter op 'OFF' (p.79).
Bestuur een apparaat dat met MIDI
Visual Control compatibel is.
Bestuur een apparaat dat met V-LINK
compatibel is.
De speciale JUPITER-50 Driver van
Roland wordt gebruikt.
MIDI en Audio is beschikbaar.
De generieke Driver behorend bij het
besturingssysteem wordt gebruikt.
Alleen MIDI is beschikbaar.

LIVE SET/TONE KNOPPEN

Hier kunt u de klanken (Live Sets of Tones) specificeren die aan de Part klankknoppen
(Upper, Percussion/Lower, Solo) worden toegewezen specificeren.
MEMO
De klanken die u hier specificeert worden als systeem-
parameters (instellingen voor de gehele JUPITER-50)
opgeslagen. Als u klanken binnen een registratie specificeert,
krijgen de registratie-instellingen voorrang.
REFERENTIE
• 'De Part klankknoppen gebruiken om van Live Sets te
veranderen' (p.40).
• 'De Part klankknoppen gebruiken om de Tone van het Solo Part
te veranderen (p.41).
• 'De variatieklanken direct veranderen (Alternate Button)' (p.42).
Parameter
Uitleg
Specificeert de klanken die aan de Solo Part klankknoppen
SOLO
worden toegewezen.
Specificeert de klanken die aan de klankknoppen worden
SOLO Alternate
toegewezen als de Solo Part [ALTERNATE] knop wordt ingedrukt.
Specificeert de klanken die aan de Upper Part klankknoppen
UPPER
worden toegewezen.
Specificeert de klanken die aan de klankknoppen worden
UPPER Alternate
toegewezen als de Upper Part [ALTERNATE] knop wordt
ingedrukt.
Specificeert de klanken die aan de Percussion Part klankknop-
PERCUSSION
pen worden toegewezen.
Specificeert de klanken die aan de Lower Part klankknoppen
LOWER
worden toegewezen.

INFORMATION

Hier kunt u informatie bekijken, zoals de versie van de JUPITER-50
software en de hoeveelheid vrije ruimte die in de USB-stick
beschikbaar is.
VERSION
Toont de software versie van de JUPITER-50 software.
USB MEM
Toont de hoeveelheid vrije ruimte die in de USB-stick beschikbaar
is.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave