Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Systeeminstellingen Van De Jupiter-50; Systeeminstellingen Maken; De Systeeminstellingen Opslaan; Systeemparameters - Roland JUPITER-50 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

De systeeminstellingen van de JUPITER-50

Systeeminstellingen maken

Deze instellingen worden op de gehele JUPITER-50 toegepast. U
kunt hier bijvoorbeeld de stemming instellen en specificeren hoe
MIDI-boodschappen ontvangen worden.
1.
In het Menu scherm (p .35), kiest u 'System' en druk op de
[ENTER] knop .
Het SYSTEM MENU scherm verschijnt.
2.
Selecteer het item dat de instellingen die u wilt
veranderen bevat, en druk op de [ENTER] knop .
Item
Uitleg

Setup

Algehele instellingen
Geluidsinstellingen voor de Part
Live/Tone Buttons
klankknoppen.
Bekijk de software versie en de
Information
beschikbare ruimte in de USB-stick.
3.
Kies de parameter die u wilt instellen, en verander zijn
waarde .

De systeeminstellingen opslaan

Systeeminstellingen keren naar hun oorspronkelijke waardes
terug als u het apparaat uitzet. Als u wilt dat de door u gemaakte
instellingen onthouden worden nadat de stroom is uitgezet, moet
u de systeeminstellingen opslaan.
1.
In het SYSTEM SETUP scherm, het SYSTEM LIVE SET/TONE
BUTTONS scherm of het SYSTEM INFORMATION scherm,
drukt u op de [WRITE] knop .
In het scherm wordt 'Are you sure?' gevraagd.
2.
Druk op de [F5] (OK) knop .
Een boodschap geeft 'Completed!' aan, en de instellingen worden
opgeslagen.
OPMERKING
Zet nooit de stroom uit terwijl instellingen worden opgeslagen.

Systeemparameters

In deze sectie wordt uitgelegd wat elke systeemparameter doet, en
hoe de parameters zijn georganiseerd.
SETUP
Deze instellingen zijn op de gehele JUPITER-50 van toepassing.
SOUND ([F1] knop)
Parameter
Sound
Local Switch
Pag .
p. 75
p. 78
Master Tune
p. 78
Master Key Shift
Master Level
Output Gain
Song Level
Tone Remain
Output Assign
Hier kunt u specificeren welke klanken vanaf elke uitgangsjack worden verzonden.
Selecteer het gewenste controlevakje voor elke uitgangsjack (MAIN OUT, SUB OUT).
Upper
Solo
Perc/Lower
Reverb
USB Song/Audio IN
USB Audio
Metronome
Waarde
Uitleg
Specificeert of de controller sectie (klavier,
Pitch Bend/modulatiehendel, [S1] [S2] knop-
pen, D-BEAM controller, pedalen, enz.) op de
interne geluidsgenerator zijn aangesloten.
OFF, ON
Gewoonlijk laat u dit op 'ON' staan. Zet dit op
'OFF' als u de controllers van de JUPITER-50
alleen wilt gebruiken voor besturing van een
externe geluidsgenerator.
415.3–466.2
Stelt de algehele stemming van de
[Hz]
JUPITER-50 in (de frequentie van de A4 toets).
Verschuift de algehele toonhoogtereeks van
-24–+24
de JUPITER-50 in stappeen van halve tonen.
Stelt het algehele volume van de JUPITER-50
0–127
in (behalve voor het signaal van de USB
COMPUTER poort).
Past de algehele uitgangsversterking van
de JUPITER-50 aan (behalve voor het signaal
van de USB COMPUTER poort). Als u minder
-12–+12 [dB]
stemmen speelt, kan door het versterken van
deze instelling een optimaal uitgangsniveau
worden verkregen als er op een extern
apparaat wordt opgenomen.
Stelt het volume van de USB Memory Song
0–127
Player in.
Specificeert of de op dat moment klinkende
noten blijven klinken (ON) of niet (OFF) als u
een andere klank selecteert.
OFF, ON
* In sommige gevallen blijft het effectgeluid
niet voortduren.
Upper Part
Solo Part
Percussion/Lower Part
Reverbgeluid
Het geluid van de USB Memory Song Player en de AUDIO
IN Jack
Het geluid van USB-audio
Het metronoomgeluid
75

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave