1.2
Aanwijzing over onschadelijke ontladingen
Bij ingeschakelde hoogspanning treedt er aan
de punt van de elektrode een glim- of
coronaontlading op, die slechts in een donkere
omgeving zichtbaar is. Dit fysische verschijnsel
kan worden waargenomen als de elektrode in
de buurt van het geaarde werkstuk komt.
Deze
glimontlading
ontstekingsbron en heeft geen invloed op het
gebruik van de installatie. Bij nadering van de
elektrode
tot
hoogspanning automatisch door de besturing
gereduceerd tot een ongevaarlijke waarde of,
afhankelijk van de instelling, uitgeschakeld.
Als men kunststofdelen van het pistool met de vinger aanraakt, kunnen er door het
hoogspanningsveld
Büschelontladingen) optreden. Deze vormen echter geen ontstekingsbron.
2.
Voorbereiden van het spuitpistool voor gebruik
2.1
Keuze van het geschikte spuitkopsysteem
Spuitkop
Stootkegel
Spleetspuitkop
De artikelnummers vindt u in hoofdstuk
2.2
Aansluiten van het spuitpistool
Voordat u met aansluiten begint, dient u eerst de hoogspanningsbronnen uit te schakelen. Zie
hiervoor de betreffende gebruikshandleidingen van de besturingen resp. besturingsmodules.
Aanwijzing
Gebruik voor het aansluiten en bevestigen van het pistool de in het hoofdstuk
6.3
„Accessoires"genoemde onderdelen.
04/2002
PEA-C3XL
vormt
het
werkstuk,
wordt
van
het
pistool
Werkstuk
Draadproducten
Tralieconstructies
Aluminium profielen
Ingewikkelde
werkstukken:
Ondersnijdingen
Breukranden
Elektrode
geen
de
onschadelijke
Spuitwolk
Ronde spuitwolk:
De grootte is
fahankelijk van de
diameter van de
stootkegel.
Breed uitwaaierende
vlakke straal.
6.3 „Accessoires"
7
Spuitkop
Glimontlading
Werkstuk
ontladingen
(zogenaamde
Opmerkingen
Spuitafstand:
100 ... 160 mm
Spuitafstand:
120... 180 mm
Voor poederstromen tot
ca. 100 g/min
0351731