5
Inzetbaarheid waarborgen
– Controleer de leiding- en slangschroefkop-
pelingen op lekkage (oliesporen).
Vervang de slangleidingen als ze de volgende
onregelmatigheden vertonen:
• Buitenste laag beschadigd, bros of ge-
scheurd
• Lekkage
• Vervorming (bijv. met blaasvorming of
knikken)
• Losgeraakte tting
• Een tting is ernstig beschadigd of gecorro-
deerd
Vervang leidingen als ze de volgende onre-
gelmatigheden vertonen:
• Schuurplekken
• Vervormingen en buigplekken
• Lekkage
390
56368011505 NL - 04/2019 - 05
Onderhoud