Gebruik
Het vorige bedieningsniveau wordt opnieuw
geactiveerd.
– Om het bedieningsniveau uit te schakelen,
drukt u opnieuw op de Softkey.
Dakruitwisser en -sproeier
– Om het bedieningsniveau "Aan" te active-
ren, drukt u op de desbetreffende Softkey
voor het symbool (9).
Het bedieningsniveau "Aan" is geactiveerd.
Het symbool (10) verschijnt
– Om het bedieningsniveau "Ruitensproeier"
te activeren, houdt u de Softkey ingedrukt.
Het bedieningsniveau "Ruitensproeier" is
geactiveerd. Het symbool (11) wordt weerge-
geven zolang de Softkey wordt ingedrukt.
– Zodra de ruit schoon is, laat u de Softkey
los.
Het vorige bedieningsniveau wordt opnieuw
geactiveerd.
– Om het bedieningsniveau uit te schakelen,
drukt u opnieuw op de Softkey.
Ruitensproeierinstallatie vullen
– Open de vuldop (1) van de ruitensproeierin-
stallatie.
– Vul het ruitensproeierreservoir (2) met rui-
tensproeiervloeistof volgens het "Onder-
houdsschema".
LET OP
Schade door bevriezing!
Wanneer water bevriest, zet het uit. Als de vloeistof
in de ruitensproeierinstallatie niet geschikt is voor
gebruik in de winter, is er kans op ijsvorming die kan
leiden tot beschadiging van de ruitensproeierinstal-
latie.
– Als er kans op vorst bestaat, gebruik dan vloei-
stof die geschikt is voor gebruik in de winter.
– Sluit de vuldop.
– Bedien de ruitensproeierinstallatie tot er rui-
tensproeiervloeistof uit de sproeierkoppen
komt.
9
10
9
10
11
56368011505 NL - 04/2019 - 05
Extra apparatuur
11
Symbool dakruitwisser en -sproeier
Aan
Ruitensproeier
2
4
1
251