4
Controles en werkzaamheden voor dagelijks gebruik
Lengte van de armleuning verstellen
– Draai de stergreep (1) linksom los.
– Schuif de armleuning (2) in de gewenste
stand.
– Draai de stergreep rechtsom vast.
– Controleer of de armleuning goed vastzit.
Hoogte van de armleuning verstellen
– Ontgrendel het handwiel (3) door dit
linksom te draaien.
– Schuif de armleuning (2) in de gewenste
stand.
– Draai het handwiel rechtsom vast.
– Controleer of de armleuning goed vastzit.
Stuurkolom verstellen
– Trek de hendel (2) omhoog en houd hem in
deze positie om de stuurkolom te verstellen.
– Zet de stuurkolom (1) in de gewenste stand,
duw de hendel vervolgens weer omlaag en
zorg dat de stuurkolom wordt vergrendeld.
GEVAAR
Ongevallenrisico!
– Zorg dat de stuurkolom stevig is vastgezet.
De stuurkolom moet op zijn plaats vastklikken.
Verstel de stuurkolom nooit tijdens het rijden.
92
56368011505 NL - 04/2019 - 05
1
2
Gebruik
6219_003-012_V2