5
Correct gebruik
62
Laat de voorremhendel en achterremhendel los.
Draai niet zomaar aan de gashendel nadat u de remhendels heeft
losgelaten, het voertuig kan wegschieten.
Draai de gashendel om de snelheid van de scooter aan te passen.
Draai om de snelheid te verhogen.
Open de gashendel geleidelijk.
Als u op een helling omhoog rijdt, draait u langzaam aan de gashendel
om het vermogen te verhogen.
Draai de gashendel naar de originele positie om de snelheid te verlagen.
◆
Vermijd het plotseling verhogen van de snelheid als de motor
koud is, zo verlengt u de levensduur van de motor.
◆
Draai niet te snel aan de gashendel om te voorkomen dat het
voertuig wegschiet.