Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Philips Lumify Gebruikershandleiding pagina 73

Echografiesysteem
Verberg thumbnails Zie ook voor Lumify:
Inhoudsopgave

Advertenties

Biologische veiligheid
dempingscoëfficiënt van zacht weefsel gewoonlijk hoger is dan 0,3 dB/cm-MHz. Wanneer de
baan aanzienlijke hoeveelheden vloeistof bevat, zoals bij veel zwangerschappen in het eerste
en tweede trimester die transabdominaal worden gescand, kan dit model de akoestische
blootstelling in situ onderschatten. De mate van onderschatting hangt af van de specifieke
situatie. Wanneer de baan van de straal langer is dan 3 cm en het voortplantingsmedium
voornamelijk uit vloeistof bestaat (omstandigheden die kunnen voorkomen bij transabdominale
OB-scans), is 0,1 dB/cm-MHz een nauwkeurigere waarde voor de smoorterm.
Weefselmodellen met een vaste baan, waarbij de dikte van het zachte weefsel constant wordt
gehouden, worden soms gebruikt om de akoestische blootstelling in situ te schatten wanneer
de baan van de straal langer dan 3 cm is en voornamelijk uit vloeistof bestaat. Wanneer dit
model wordt gebruikt om de maximale blootstelling van de foetus tijdens transabdominale
scans te schatten, kan tijdens alle trimesters een waarde van 1 dB/cm-MHz worden gebruikt.
De maximale waarden van het akoestisch vermogen van diagnostische echografieapparaten
lopen sterk uiteen:
• Een onderzoek van apparaten uit het jaar 1990 leverde voor de mechanische index (MI)
waarden op tussen 0,1 en 1 bij de hoogste instellingen voor het vermogen. Het is bekend
dat bij tegenwoordig verkrijgbare apparatuur maximale MI-waarden van ongeveer 2
voorkomen. De maximale MI-waarden voor real-time 2D-, M-modus-, PW Doppler- en Color
flow-beeldvorming zijn vergelijkbaar.
• Berekende schattingen van bovengrenzen van temperatuurstijgingen tijdens
transabdominale scans zijn verkregen in een onderzoek van apparatuur voor PW Doppler
uit 1988 en 1990. De overgrote meerderheid van de modellen gaf bovengrenzen te zien van
minder dan 1 °C en minder dan 4 °C bij blootstelling van respectievelijk foetaal weefsel in
het eerste trimester en foetaal bot in het tweede trimester. De hoogste waarden die
werden verkregen waren ongeveer 1,5 °C voor foetaal weefsel in het eerste trimester en 7
°C voor foetaal bot in het tweede trimester. De hier gegeven geschatte maximale
temperatuurstijgingen gelden voor een weefselmodel met "vastebaan" en voor apparaten
met Ispta-waarden (derated) van meer dan 500 mW/cm
foetaal bot en weefsel zijn berekend op basis van berekeningsprocedures vermeld in
hoofdstuk 4.3.2.1 t/m 4.3.2.6 in "Bioeffects and Safety of Diagnostic Ultrasound" (AIUM-
rapport, 28 januari 1993).
Diagnostisch Lumify echografiesysteem
2
. De temperatuurstijgingen voor
Veiligheid
73

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave