Aansluitingen
■PC-modus
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
U moet een aantal MIDI-instellingen uitvoeren
wanneer u performance-data tussen de computer en
het instrument wilt overbrengen. De PC-modus kan
in één enkele bewerking op een eenvoudige manier
verschillende instellingen voor u maken. U kunt
kiezen uit drie instellingen: PC1, PC2 en OFF.
Deze instelling is niet nodig wanneer er song- of
back-upfiles tussen de computer en het instrument
worden uitgewisseld.
*Stel de PC-modus in op PC2 als u Digital Music Notebook gebruikt.
Local
External Clock
Song Out
Style Out
Keyboard Out
Afstandsbesturing van MIDI-apparaten
U kunt dit instrument ook gebruiken als afstandsbesturing voor het programma Digital Music Notebook op uw
computer (via de USB-aansluiting) (om bijvoorbeeld de afspeel-, stop- en transportfuncties vanaf het instrument
te bedienen).
■Afstandsbesturingstoetsen
Houd, om de afstandsbesturingsfuncties te gebruiken,
de laagste twee toetsen van het toetsenbord (A-1 en
A#-1) ingedrukt en druk daarbij op de
overeenkomstige toets (zie hieronder).
A#-1
A-1
106
Gebruikershandleiding
PC1
PC2*
OFF
OFF
OFF
ON
ON
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
ON
ON
● ● ● ● ● ●
C7: snel vooruitspoelen
B6: starten
A6: stoppen
G6: terugspoelen
F6:begin (naar het begin van
de song gaan)
E6: metronoom aan/uit
1
Houd de knop [DEMO] langer dan een
seconde ingedrukt zodat het item PC
Mode (PC-modus) verschijnt.
2
Selecteer PC1, PC2 of OFF met behulp
van de draaiknop.
OPMERKING
• Als de instelling PC2 geselecteerd is, kunnen de stijl-, song-, demo-,
songopname- en lesfuncties van het instrument niet worden gebruikt.
OPMERKING
• U krijgt ook toegang tot de PC-modus wanneer u eerst op de knop
[FUNCTION] drukt en daarna de knoppen CATEGORY [
gebruikt om naar het item te gaan (pagina 92).
OPMERKING
• De afstandsbesturing van MIDI-apparaten functioneert onafhankelijk
van de PC2-modus.
Langer dan een seconde
ingedrukt houden.
] en [
]