Belichtingscorrectie
Via belichtingscorrectie kan de door de camera geselecteerde
belichtingswaarde gewijzigd worden om foto's lichter of donkerder
te maken. Kies uit waarden tussen –3 LW (onderbelicht) en +3 LW
(overbelicht) in stappen van
waarden het beeld lichter maken, terwijl negatieve waarden het
onderwerp donkerder maken.
1
Geef de opties voor belichtingscorrectie weer.
Druk op 2 (E) om opties voor
belichtingscorrectie weer te geven.
t
2
Kies een waarde.
Gebruik de multi-selector om de
gewenste waarde te kiezen.
De normale belichting kan worden hersteld door de
belichtingscorrectie in te stellen op ±0. De belichtingscorrectie
wordt niet ongedaan gemaakt wanneer de camera wordt
uitgeschakeld.
60
–1 LW
belichtingscorrectie
1
/
LW. In het algemeen zullen positieve
3
Geen
+1 LW