3
Meet de witbalans.
Wanneer de camera klaar is om de
witbalans te meten, wordt een
knipperende L weergegeven. Voordat
de aanduiding stopt met knipperen,
kadreert u de camera zodat het
referentievoorwerp het scherm vult en
drukt u de ontspanknop volledig in. Er
wordt geen foto opgenomen; witbalans
kan nauwkeurig worden gemeten, zelfs
wanneer de camera niet scherpstelt.
4
Controleer de resultaten.
Als de camera een waarde heeft kunnen
meten voor witbalans, wordt het bericht
hier rechts weergegeven. Om
onmiddellijk terug te keren naar de
opnamestand, drukt u de ontspanknop
half in.
Als het te donker of te licht is, kan de
camera de witbalans mogelijk niet
meten. Het rechts getoonde bericht
wordt weergegeven. Ga terug naar stap
3 en meet opnieuw de witbalans.
i
129