Vergrendeling automatische belichting
Vergrendeling automatische belichting wordt gebruikt om na het
meten van de belichting de foto's opnieuw samen te stellen. Het is
het meest effectief wanneer het wordt gebruikt met
centrumgerichte meting of spotmeting (0 124) om onderwerpen
uit het midden te kadreren die minder helder of donker zijn dan hun
omgeving of om belichting voor een ander onderwerp dan uw
hoofdonderwerp te optimaliseren.
1
Meet de belichting.
Plaats het onderwerp in het midden van
het beeld en druk de ontspanknop half
in om de belichting te meten. Controleer
of het scherpstelveld groen wordt
weergegeven.
2
Vergrendel de belichting.
Met de ontspanknop half ingedrukt en het
onderwerp in het scherpstelveld
geplaatst, drukt u op 1 (A) om de
belichting te vergrendelen. Zolang
belichtingsvergrendeling actief is, wordt
de aanduiding AE-L/AF-L weergegeven. De
belichting wordt vergrendeld zolang u de
knop 1 (A) ingedrukt houdt, zelfs als u
uw vinger van de ontspanknop haalt.
A
Zie ook
Voor informatie over het wijzigen van de
functie van de knop 1 (A), zie pagina 160.
3
Pas de compositie van de foto aan.
Houd de 1 (A) knop ingedrukt, pas de compositie aan en
maak de foto. De optie geselecteerd voor Lichtmeting kan niet
worden gewijzigd terwijl belichtingsvergrendeling van kracht is.
i
125