Er wordt geen foto gemaakt wanneer de ontspanknop van de afstandsbediening wordt
ingedrukt:
• Vervang de batterij in de afstandsbediening (0 166).
• Kies een stand voor de afstandsbediening (0 57).
• De stand-by-timer van de afstandsbediening is afgelopen (0 160).
• De afstandsbediening is niet op de camera gericht of de
infraroodontvanger is niet zichtbaar (0 2, 58).
• De afstandsbediening is te ver van de camera verwijderd (0 58).
• Fel licht verstoort de afstandsbediening.
Foto's zijn vlekkerig: reinig de voor- en achterkant van het objectief of de
stofbescherming (0 172).
Er verschijnen flikkeringen of strepen in films of in de weergaveschermen: kies een
Flikkerreductie instelling die overeenkomt met uw lokale netvoeding
(0 161).
Menu-items zijn niet beschikbaar: sommige opties zijn alleen beschikbaar in
bepaalde opname- en belichtingsstanden (0 53).
Opname (standen P, S, A en M)
De ontspanknop is uitgeschakeld: u selecteerde S Sluitertijdvoorkeuze voor
Belichtingsstand na het selecteren van een sluitertijd of "Bulb" in
handmatige belichtingsstand (0 113).
Sommige sluitertijden zijn niet beschikbaar: u gebruikt een flitser.
Kleuren zijn onnatuurlijk:
• Kies een witbalans die bij de lichtbron past (0 126).
• Pas de instellingen voor Picture Control aan (0 132).
Kan de witbalans niet meten: het onderwerp is te donker of te helder (0 129).
Picture Controls produceren wisselende resultaten: A (automatisch) is geselecteerd
voor verscherping, contrast of verzadiging. Voor consistente resultaten bij
een reeks foto's selecteert u een andere instelling (0 134).
Helderheid en contrast kunnen niet worden aangepast voor Picture Control: actieve
D-Lighting is ingeschakeld (0 134, 139).
Lichtmeting kan niet worden gewijzigd: vergrendeling automatische belichting is
ingeschakeld (0 125).
Ruis (rode vlekken of andere onregelmatigheden) in foto's met lange belichtingstijden: zet
ruisonderdrukking lange sluitertijd aan (0 140).
n
183