BEDRIJFSMODI
AANDUIDING VOOR
TRAGE-SNELHEIDSMODUS
1. Melding TRAGE-SNELHEIDSMODUS
2. De numerieke display keert terug naar de
vorige aanduiding
Ingestelde trage snelheid
veranderen
Om het instelpunt voor trage snel-
heid te verhogen of verlagen,
drukt u een- of meermaals op de
knop OMHOOG/OMLAAG rechts
op het stuur.
WEERGEGEVEN MELDING
TRAGE-SNELHEIDSMODUS_SNELHEID
WORDT AANGEPAST
Het instelpunt verschijnt opnieuw
op het digitale scherm om de gewij-
zigde instelling voor de trage snel-
heid aan te duiden.
132
AANDUIDING VOOR
TRAGE-SNELHEIDSMODUS
1. Melding TRAGE-SNELHEIDSMODUS
2. De numerieke display keert terug naar de
vorige aanduiding
De displays keren een paar secon-
den na de laatste druk op de knop
OMHOOG of OMLAAG terug naar
hun vorige aanduiding.
OPMERKING: Er zijn 5 trage-snel-
heidsinstellingen beschikbaar (1 tot
5). Pas de trage-snelheidsmodus
aan de gewenste snelheid aan.
Ter herinnering schuift de volgende
melding regelmatig over de multi-
functionele display.
WEERGEGEVEN MELDING
TRAGE-SNELHEIDSMODUS
De displays keren een paar secon-
den na de laatste druk op de knop
OMHOOG of OMLAAG terug naar
hun vorige aanduiding.