den op het water. Als het correct
is afgesteld, kan het de besturing
vergemakkelijken, het opspringen
beperken en de waterscooter in
zijn optimale vaarstand plaatsen
voor maximale prestaties.
Een bestuurder die de waterscoo-
ter voor het eerst gebruikt, moet
zich vertrouwd maken met het va-
riabele trimsysteem (VTS) bij ver-
schillende snelheden en waterom-
standigheden. Bij het varen op
kruissnelheid wordt doorgaans een
gemiddelde trimstand toegepast.
Ervaring alleen kan u leren welke
trimstand is aangewezen in elke
situatie. Aangezien lagere snelhe-
den zijn aanbevolen tijdens de in-
vaarperiode van de waterscooter,
vormt dit een uitstekende gelegen-
heid om vertrouwd te raken met
de trimregeling en het effect ervan.
Als de straalbuis naar boven is ge-
richt, duwt de waterstuwing de
boeg van de waterscooter omhoog.
Deze stand is optimaal voor hoge
snelheden.
Als de straalbuis naar beneden is
gericht, wordt de boeg naar bene-
den geduwd en verhoogt het
Met het VTS-systeem kunt u de trimstand van de straalbuis manueel
aanpassen, twee vooraf ingestelde trimstanden selecteren en vooraf in-
gestelde trimstanden opslaan of veranderen op bepaalde modellen.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
draaivermogen van de waterscoo-
ter. Net als bij iedere andere water-
scooter bepalen de snelheid en li-
chaamshouding en bewegingen
van de bestuurder hoe scherp de
waterscooter kan draaien. Om het
opspringen te beperken of voorko-
men wordt de straalbuis naar bene-
den gericht en de snelheid propor-
tioneel aangepast.
OPMERKING: De stand van de
VTS wordt aangeduid met een
balkdiagram in het informatiecen-
trum.
INFORMATIECENTRUM
INDICATOR
1. Boeg omhoog
2. Boeg omlaag
VTS-POSITIE-
117