Als de unit wordt geïnstalleerd op een plaats waar ze aan harde
winden is blootgesteld, dient speciaal op het volgende te worden
gelet.
Een harde wind van 5 m/s of meer tegen de luchtuitlaat van de
buitenunit veroorzaakt kortsluiting (aanzuiging van afgevoerde
lucht). Dit kan de volgende gevolgen hebben:
-
Slechtere bedrijfscapaciteit.
-
Vaak snellere ijsvorming tijdens het verwarmen.
-
Onderbreking van de werking door te hoge druk.
-
Wanneer er voortdurend een sterke wind op de voorkant van
de unit blaast, kan de ventilator heel snel gaan draaien totdat
hij defect raakt.
Zie de afbeeldingen voor installatie van deze unit op een plaats
waar u de windrichting kan voorzien.
Installeer een geleideplaat op de luchtaanzuigzijde van de
buitenunit en richt de uitlaatzijde in een rechte hoek op de
richting van de wind:
Voorzie een waterafvoerkanaal rond de basis om het afvalwater
weg te voeren van de unit.
Als het water niet goed van de unit kan worden afgevoerd,
plaatst u de unit op een basis van betonblokken of dergelijke (de
hoogte van de basis mag maximaal 150 mm bedragen).
Als u de unit op een frame plaatst, moet u op minder dan
150 mm van de onderkant van de unit een waterdichte plaat
(lokaal te voorzien) installeren om te voorkomen dat van de
onderkant water kan binnendringen.
Wanneer de unit wordt geïnstalleerd op een plaats die vaak aan
sneeuw wordt blootgesteld, moet de basis zo hoog mogelijk
worden geplaatst.
Als u de unit installeert op een bouwframe,
installeer dan een waterbestendige plaat
(lokaal te voorzien) (op minder dan
150 mm van de onderkant van de unit) of
gebruik een afvoerkit om druppelend
afvoerwater te voorkomen (lokaal te
voorzien). (Zie afbeelding.)
Zorg ervoor dat de unit waterpas staat.
Montagehandleiding
5
1
1 Geleideplaat
2 Krachtige wind
3 Uitgeblazen lucht
5.2.
Keuze van de installatieplaats in koude streken
AANDACHT
Wanneer de buitenunit wordt gebruikt bij lage buiten-
temperaturen, moet u op de volgende punten letten.
Installeer de buitenunit met de aanzuigzijde naar de muur om
blootstelling aan de wind te voorkomen.
Installeer de buitenunit nooit op een plaats waar de aanzuigzijde
rechtstreeks aan de wind wordt blootgesteld.
Installeer een geleideplaat op de luchtuitblaaszijde van de
buitenunit om blootstelling aan de wind te voorkomen.
In streken met zware sneeuwval is het heel belangrijk dat u een
installatieplaats selecteert waar de sneeuw de werking van de
unit niet kan beïnvloeden en de uitlaatzijde in een rechte hoek
op de richting van de wind richt:
6.
Voorzorgsmaatregelen bij de installatie
AANDACHT
Als de afvoeropeningen van de
buitenunit geblokkeerd worden door
een installatiebasis of het oppervlak
van de vloer, moet u de unit hoger
plaatsen zodat er een vrije ruimte
van meer dan 150 mm onder de
buitenunit ontstaat.
6.1.
Funderingswerken
Controleer de stevigheid en het horizontaal vlak van de
ondergrond van de installatie opdat de unit na de installatie geen
trillingen of lawaai zou veroorzaken.
Zet de unit zoals in de funderingstekening van de afbeelding is
aangegeven stevig vast met behulp van de funderingsbouten.
(Zorg voor vier sets M12-funderingsbouten, moeren en ringen.)
De beste manier is om de funderings-
bouten in te schroeven tot op 20 mm
vanaf de bovenkant van de fundering.
1
1 Voorzie een grote
overdekking.
2 Voorzie een
verhoging.
Installeer de unit hoog
genoeg van de grond
om te voorkomen dat
2
ze onder de sneeuw
wordt bedolven.
3 Krachtige wind
4 Uitgeblazen lucht
RZQG71~140L + RZQSG100~140L
Split-systeem airconditioners
4P339538-1 – 2013.01