UITRUSTING MONTEREN DOOR EEN VAKMAN. krachten op de klemaansluitingen of bedrading worden RAADPLEEG BIJ TWIJFELS OVER DE INSTALLATIE- uitgeoefend. PROCEDURES OF HET GEBRUIK ALTIJD UW DAIKIN- Onvolledige aansluitingen of bevestigingen kunnen brand VERDELER VOOR ADVIES EN INFORMATIE. veroorzaken. Wanneer u de bedrading van de voeding en de bedrading...
Wanneer u eerder geïnstalleerde units op een andere plaats wilt OORAFGAAND AAN DE INSTALLATIE installeren, moet u na het afpompen eerst het koelmiddel aftappen. Raadpleeg het hoofdstuk "Voorzorgsmaatregelen bij Aangezien de maximale werkdruk 4,0 MPa of 40 bar het afpompen" op pagina bedraagt, kunnen dikkere leidingen vereist zijn.
Zie de afbeelding hieronder voor de plaats van de accessoires. Als de unit op een nogal winderige plaats wordt opgesteld, dient speciaal op het volgende te worden gelet. Een harde wind van 5 m/s of meer tegen de luchtuitlaat van de Accessoires buitenunit kan kortsluiting (aanzuiging van afgevoerde lucht) veroorzaken.
OORZORGSMAATREGELEN BIJ DE INSTALLATIE UIMTE VOOR ONDERHOUD VAN DE INSTALLATIE Controleer de stevigheid en het vlak van de ondergrond van de installatie opdat de unit na de installatie geen trillingen of lawaai De hier gebruikte cijfergegevens gelden voor de afmetingen van voor veroorzaakt.
Maat koelmiddelleiding In geval meerdere units worden geïnstalleerd (2 units of meer), zijdelings per rij gekoppeld. afbeelding 3 voor tweewegsystemen, afbeelding 4 voor drieweg- systemen en afbeelding 5 voor dubbele tweewegsystemen. Hoofdleiding (leiding tussen buitenunit en eerste aftakking). De leidingen moeten van dezelfde maat zijn als de buitenaansluitingen.
Toelaatbare leidinglengte en hoogteverschil Bestaande of op voorhande geïnstalleerde leidingen kunnen worden gebruikt Zie onderstaande tabel voor lengte en hoogte. Zie afbeeldingen 2, 3, en 5. Ga ervan uit dat de langste lijn in de figuur overeenkomt met De leidingen moeten voldoen aan de onderstaande voorwaarden. de langste leiding, en de hoogste unit in de figuur met de hoogste •...
Vereiste voorzorgsmaatregelen. (Raadpleeg de handleiding bij het Wanneer u twee gleuven uitsnijdt, kunt u de installatie uitvoeren pakket voor de aftakkingsleiding voor meer informatie.) zoals afgebeeld in afbeelding "Lokale leidingen in vier richtingen". Installeer de aftakleidingen horizontaal (met een maximale (Breng de openingen aan met een metaalzaag.) helling van 15°) of verticaal.
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van lokale Voor koelen bij lage omgevingstemperaturen of een andere werking bij lage druk moet u afdichten met siliconen of iets leidingen en de isolatie dergelijks om te voorkomen dat de flaremoer van de gasafsluiter Laat de binnen- en buitenaftakleidingen nooit in contact komen gaat bevriezen (zie afbeelding).
Wanneer u de flaremoer monteert, moet u koelmachineolie op UCHTLEDIG POMPEN de flare aanbrengen (op de binnen- en buitenkant) en de moer eerst 3 of 4 keer met de hand draaien. Ontlucht de lucht niet met koelmiddel. Gebruik een vacuüm- Smeer dit gedeelte in met ether- of esterolie.
Bijkomende koelmiddelvulling OELMIDDEL VULLEN De bijkomende vulhoeveelheden hangen af van de lengte van de koelmiddelleiding zoals aangegeven in "Maximale totale Belangrijke informatie over het gebruikte koelmiddel leidinglengte in één richting" van de tabel in paragraaf "Toelaatbare leidinglengte en hoogteverschil" op pagina 6.
Voorbeeld 2 Lengte koelmiddelleidingen L2=17 (Ø6,4) Maat vloeistof- Type 50 Type leiding RZQ100~140B 3,80 3,80 4,30 4,80 5,30 5,80 6,30 binnen RZQ71C vergroot 2,25 2,25 2,75 3,25 3,75 — L1=5 (Ø9,5) L3=17 (Ø6,4) Type 125 Type 50 RZQ100~140C 2,20 3,20 3,70 4,20 4,70 5,20 5,70 (a) Wanneer de leidinglengte kleiner dan 5 m is, moet de unit volledig hervuld buitenwarmtepomp binnen...
RZQ71~140C Een hoofdschakelaar of een andere manier om te onderbreken, met een contactscheiding in alle polen, moet voorzien zijn in de Werkwijze Voorzorgsmaatregel vaste bedrading in overeenstemming met de toepasselijke Controleer of de afsluiters aan — lokale en nationale wetgeving. zowel de vloeistofkant als de Schakel de hoofdschakelaar niet in alvorens de bedrading is gaskant open staan.
Zie de onderstaande tabel voor het aanhaalkoppel van de Schakelkast klemschroeven. Montageplaat afsluiter Aanhaalkoppel (N•m) Aarding M4 (X1M) 1,2~1,8 Kabelbinder M4 (EARTH) 1,2~1,4 M5 (X1M) 2,0~3,0 Bedrading tussen units M5 (EARTH) 2,4~2,9 Voeding en aardingsbedrading Zie de installatiehandleiding bij de binnenunit voor de bedrading van binnenunits, etc.
Controles voor de ingebruikname Als u tijdens het proefdraaien 4 keer op de inspectie/testknop drukt, keert de unit terug naar de normale werking. Te controleren punten Controleer alle functies aan de hand van de gebruikshandleiding. Elektrische Stemt bedrading overeen bedrading bedradingsschema? Bedrading tussen Controleer of u geen bedrading bent vergeten en...
Als er een fasenomkering mogelijk is na een korte stroom- OTITIES onderbreking en de stroom gaat aan en uit terwijl het product werkt, moet u een beveiligingscircuit tegen fasenomkering op de site installeren. Een dergelijk situatie is niet uitgesloten wanneer u met een generator werkt. Wanneer het product met omgekeerde polariteit wordt gebruikt, kunnen de compressor en andere onderdelen schade oplopen.
EDRADINGSSCHEMA : Kabelklem : Zwart : Aansluitklem : Groen : Connector : Bruin : Relaisconnector : Blauw : Lokale bedrading : Oranje : Rood : Wit : Geel : Raadpleeg de servicehandleiding voor aansluiting van bedrading op X6A. : De stand van de keuzeschakelaars (DS1) geeft de fabrieksinstelling aan.