Wanneer er geen gevaar op druppelend en bevroren
afvoerwater is, moet geen dakplaat worden geïnstalleerd. In dit
geval moet er een ruimte van minstens 100 mm zijn tussen de
bovenste en de onderste buitenunits. Sluit de ruimte tussen de
bovenste en de onderste units af zodat de uitgeblazen lucht niet
opnieuw aangezogen kan worden.
(C) In geval van installatie in meerdere rijen (voor gebruik op daken, enz.)
1.
In geval één unit per rij wordt geïnstalleerd.
2.
In geval meerdere units worden geïnstalleerd (2 units of meer),
zijdelings per rij gekoppeld.
H
In de onderstaande tabel vindt u de verhoudingen tussen de
afmetingen van H, A en L.
L
L≤1/2H
L≤H
1/2H<L≤H
H<L
Installatie onmogelijk
8.
Dikte van de koelmiddelleiding en
toegestane leidinglengte
GEVAAR
Leidingen en andere onderdelen onder druk moeten
voldoen aan de van de toepasselijke wetgeving en
moeten geschikt zijn voor koelmiddel. Gebruik met
fosforzuur
gedeoxideerde,
leidingen voor koelmiddel.
De installatie moet worden uitgevoerd door een
installateur, en de keuze van de materialen en de
installatie moet voldoen aan de toepasselijke wet-
geving. In Europa is de norm EN378 van toepassing.
AANDACHT
Informatie voor personen die instaan voor het
installeren van de leidingen:
Vergeet niet de afsluiter te openen na installatie van de
leidingen en vacumeren. (Wanneer u het systeem probeert
te gebruiken met gesloten afsluiter kan de compressor
schade oplopen.)
INFORMATIE
Laat geen koelmiddel vrij in het milieu. Verzamel het koel-
middel volgens de voorschriften inzake het verzamelen en
opruimen van freon.
Montagehandleiding
7
8.1.
L
A
8.2.
Zie
systemen en
A
≥250
≥300
naadloze
koperen
AANDACHT
Gebruik geen vloeimiddel bij het solderen van de
koelmiddelleiding.
Gebruik bij het solderen fosforkoper soldeer (BCuP)
waarbij geen vloeimiddel wordt vereist.
(Een chloor vloeimiddel zou de leidingen aantasten, terwijl
een vloeimiddel met fluoride de kwaliteit van de koel-
middelolie zou aantasten, waardoor het koelleiding-
systeem negatief zou worden beïnvloed.)
Keuze van het leidingmateriaal
Constructiemateriaal: met fosforzuur gedeoxideerde naadloze
koperen leiding voor koelmiddel.
Hardingsgraad: gebruik leidingen van getemperd staal in functie
van de leidingdiameter zoals aangegeven in de onderstaande
tabel.
De wanddikte van de koelmiddelleidingen moet voldoen aan de
geldende plaatselijke en nationale regelgevingen. De minimale
leidingdikte voor leidingen voor R410A moet overeenstemmen
met de waarden in de onderstaande tabel.
Getemperde kwaliteit
Leidingdiameter
van het leidingmateriaal
6,4 / 9,5 / 12,7
15,9
19,1
Gebruik uitsluitend gegloeid materiaal voor flareverbindingen.
Maat koelmiddelleiding
afbeelding 3
voor tweewegsystemen,
afbeelding 5
voor dubbele tweewegsystemen.
Hoofdleiding (leiding tussen buitenunit en eerste aftakking).
De leidingen moeten van dezelfde maat zijn als de buiten-
aansluitingen.
Model
Verkleind
RZQG71
Ø12,7
RZQG100~140
—
RZQSG100~140
—
Model
Verkleind
RZQG71~140
Ø6,4
RZQSG100~140
Ø6,4
(a) In het geval van een tweeweg-, drieweg- en dubbele tweewegtoepassing,
zijn de aangegeven maten van de koelmiddelleiding alleen van toepassing
op de hoofdleidingen. (L1 = leidingen tussen de buitenunit en de aftakking
in afbeeldingen 3~5).
Leiding tussen eerste en tweede aftakking (L2+L3) (alleen voor
dubbel tweewegsysteem).
Vloeistof
Ø9,5
Gas
Ø15,9
Leiding tussen aftakking en binnenunits (L2~L3 voor tweeweg-,
L2~L4 voor drieweg- en L4~L7 voor dubbel tweewegsysteem).
Deze leidingen moeten van dezelfde maat zijn als de leidingen
van de aangesloten binnenunits. Aftakking: zie markering '' in
afbeelding 3,
4
en 5.
Minimale dikte t (mm)
Gegloeid
0,80
Gegloeid
1,00
Halfhard
afbeelding 4
voor drieweg-
(a)
Maat koelmiddelleiding
Gasleiding
Standaardmaat
Vergroot
Ø15,9
—
Ø15,9
Ø19,1
Ø15,9
Ø19,1
Vloeistofleiding
Standaardmaat
Vergroot
Ø9,5
Ø12,7
Ø9,5
Ø12,7
RZQG71~140L + RZQSG100~140L
Split-systeem airconditioners
4P339538-1 – 2013.01