Wanneer u de flaremoer bevestigt, smeert u eerst de binnenkant
van de flare in met ether- of esterolie en draait u ze vervolgens
met de hand 3 of 4 slagen vast, voordat u ze stevig vastschroeft.
Draai een flaremoer altijd los met behulp van twee sleutels.
Gebruik bij het aansluiten van de leidingen altijd een combinatie
van moersleutel en momentsleutel om de flaremoer vast te
draaien en te voorkomen dat de flaremoer barst en een lek
veroorzaakt.
1 Momentsleutel
2 Moersleutel
3 Leidingverbinding
4 Flaremoer
Alleen voor noodgevallen
Wanneer u geen andere keuze hebt dan de leiding zonder
momentsleutel aan te sluiten, volg dan de volgende installatie-
methode:
Draai de flaremoer vast met een moersleutel tot het
aanhaalmoment plots stijgt.
Ga vanaf dat punt verder met het vastdraaien van de
flaremoer in de volgende hoek:
Leiding-
Verdere aantrekhoek
maat (mm)
(graden)
Ø6,4
60~90
Ø9,5
Ø12,7
30~60
Ø15,9
Ø19,1
20~35
9.2.
Richtlijnen voor hardsolderen
Blaas stikstof in de leiding bij het hardsolderen.
Doorblazen met stikstof voorkomt belangrijke afzettingen van
een geoxideerde filmlaag op de binnenkant van de leiding. Een
geoxideerde filmlaag heeft een nadelige invloed op de kleppen
en compressoren in het koelsysteem en voorkomt een goede
werking.
De stikstofdruk moet met een drukreduceerventiel op 0,02 MPa
worden ingesteld (d.w.z. net genoeg om te voelen op de huid).
1
2
6
1 Koelmiddelleiding
2 Te solderen deel
3 Tape
4 Handbediende klep
5 Drukreduceerventiel
6 Stikstof
Gebruik
geen
anti-oxidanten
leidingverbindingen.
Residu's kunnen de leidingen blokkeren en de unit beschadigen.
Gebruik geen vloeimiddel bij het solderen van koper-op-koper
koelmiddelleidingen. Gebruik bij het solderen fosforkoper
soldeer (BCuP) waarbij geen vloeimiddel wordt vereist.
Vloeimiddel heeft een uitermate schadelijke invloed op
koelmiddelleidingen. Zo zal een chloor vloeimiddel corrosie van
de leidingen veroorzaken, of als het fluor bevat, zal het de
koelmiddelolie aantasten.
RZQG71~140L + RZQSG100~140L
Split-systeem airconditioners
4P339538-1 – 2013.01
1
2
4
3
Aanbevolen armlengte van
moersleutel (mm)
150
200
250
300
450
3
4
5
6
bij
het
solderen
van
de
9.3.
Werking van de afsluiter
Waarschuwingen bij het gebruik van de afsluiter
Houd beide afsluiters open tijdens de werking.
In de onderstaande afbeelding ziet u de naam van elk onderdeel
dat vereist is bij het omgaan met de afsluiter.
1
2
3
4
De afsluiter is gesloten in de fabriek.
Oefen geen overmatige kracht uit op de klepsteel. Anders kan
de afsluiter afbreken.
Aangezien de bevestigingsplaat van de afsluiter vervormd kan
worden wanneer u de flaremoer los- of vastdraait met alleen een
momentsleutel, moet u de afsluiter altijd vasthouden met een
moersleutel, en dan de flaremoer los- of vastdraaien met een
momentsleutel.
Zet de moersleutel niet op het steeldeksel, aangezien dit een
koelmiddellek kan veroorzaken.
Wanneer een lage bedrijfsdruk wordt verwacht (bijvoorbeeld bij
koelen bij lage buitentemperaturen), moet u de flaremoer in de
afsluiter op de gasleiding voldoende afdichten met siliconen om
bevriezing te voorkomen.
Afsluiter openen/sluiten
Afsluiter openen
1.
Verwijder het klepdeksel.
2.
Steek een inbussleutel (vloeistofzijde: 4 mm/gaszijde: 6 mm) in
de klepsteel en draai de klepsteel linksom.
3.
Stop met draaien zodra de klepsteel niet meer verder draait.
De afsluiter is nu open.
Afsluiter sluiten
1.
Verwijder het klepdeksel.
2.
Steek een inbussleutel (vloeistofzijde: 4 mm/gaszijde: 6 mm) in
de klepsteel en draai de klepsteel rechtsom.
3.
Stop met draaien zodra de klepsteel niet meer verder draait.
De afsluiter is nu dicht.
Sluitrichting
Vloeistofzijde
1 Servicepoort en servicepoortdeksel
2 Klepsteel
3 Aansluiting lokale leiding
4 Steeldeksel
1
1 Moersleutel
2
2 Momentsleutel
Siliconen afdichtmiddel
(Zorg ervoor dat alles goed afgedicht is)
Gaszijde
Montagehandleiding
10