N.B.:
Het kan zijn dat één enkele afgifte van heet water niet voldoen-
de is voor de installatie van het filter en dat tijdens de installatie
de lampjes:
In dit geval de installatie vanaf punt 8 herhalen.
Het filter is nu geactiveerd en u kunt de machine gebruiken.
10.2 Het verzachtingsfilter verwijderen en
vervangen
Na twee maanden (zie datumschijf), of wanneer het apparaat
gedurende 3 weken niet gebruikt wordt, is het noodzakelijk het
filter (C4) uit het reservoir te verwijderen en eventueel te ver-
vangen met een nieuw filter. Herhaal de in de vorige paragraaf
beschreven procedure.
11. BEREIDING VAN KOFFIE
11.1 Selectie van het aroma van de koffie
Draai de selectieknop aroma koffie (B6) om het gewenste aroma
in te stellen: hoe meer men naar rechts draait, hoe groter zal de
hoeveelheid koffiebonen zijn die de machine maalt en dus hoe
sterker zal het aroma van de koffie zijn.
Met de knop op MIN verkrijgt u een extra mild aroma; met de
knop op MAX verkrijgt u een extra sterk aroma.
N.B.:
•
Bij het eerste gebruik zijn meerdere pogingen noodzakelijk
om de juiste positie van de knop te vinden.
• Zorg ervoor dat u niet te ver naar de MAX draait omdat dan het
risico bestaat dat de koffie te langzaam (druppelsgewijs)
vloeit, vooral wanneer u twee kopjes koffie tegelijk zet.
11.2 Selectie hoeveelheid koffie in het kopje
De machine is in de fabriek ingesteld om automatisch de vol-
gende hoeveelheden koffie te leveren:
-
kleine kop koffie, bij druk op de toets
-
grote kop koffie, bij druk op de toets
-
twee kleine kopjes koffie, bij druk op de toets
-
twee grote koppen koffie, bij druk op de toets
gaan branden.
(B3) (≃40ml);
(B8)(≃120ml);
(B4);
(B9).
12
Als u de hoeveelheid koffie in het kopje wenst te veranderen
gaat u als volgt te werk:
-
de toets waarvan men de hoeveelheid wenst te wijzigen
ingedrukt houden tot het betreffende lampje knippert en
de machine koffie begint af te geven: vervolgens de toets
loslaten;
-
zodra de koffie in het kopje het gewenste niveau bereikt,
nogmaals op dezelfde knop drukken om de nieuwe hoe-
veelheid te memoriseren.
Op dit punt, bij het indrukken van deze knop, heeft de machine
de nieuwe instellingen opgeslagen.
11.3 Instelling van de koffiemolen
De koffiemolen mag niet worden afgesteld, althans in het
begin, aangezien deze reeds in de fabriek is ingesteld voor het
verkrijgen van een correcte koffieafgifte.
Indien men echter na het bereiden van de eerste kopjes koffie
merkt dat de afgifte weinig volumineus is of met weinig crème,
of te langzaam loopt (druppelsgewijs), dient een correctie uit-
gevoerd te worden met de regelknop (A2) van de maalgraad
(afb. 13).
N.B.:
Deze regelknop (A2) mag alleen verdraaid worden wanneer de
koffiemolen in werking is.
Indien de koffie te langzaam of hele-
maal niet stroomt, draai dan de knop
één klik naar rechts.
Voor een volumineuzere afgifte van
de koffie en een betere crème, moet
de knop één klik naar links gedraaid
worden (niet meer dan 1 klik per keer,
anders kan het gebeuren dat de koffie druppelsgewijs loopt).
Het effect van deze correctie is pas merkbaar na de afgifte van
minstens 2 achtereenvolgende kopjes koffie. Indien het ge-
wenste resultaat na deze afstelling niet verkregen wordt, moet
de correctie worden herhaald door de knop nog een klik verder
te draaien.
11.4 Temperatuur instellen
Ga als volgt te werk indien men de temperatuur van het water
voor het zetten van de koffie wenst te wijzigen.
1. Met de machine uitgeschakeld, maar met de hoofdscha-
kelaar in de stand I (afb. 3), druk op de toets
houd deze ingedrukt tot de lampjes op het bedieningspa-
neel gaan branden;
2. Druk op de toets
temperatuur:
tot het selecteren van de gewenste
(B3) en