e
•
Gebruik geen metalen objecten om aanslag of koffieres-
ten weg te nemen omdat zulke werktuigen de metalen of
3
plastic oppervlakken kunnen beschadigen.
14.2 Reiniging van het interne circuit van de
machine;
In geval van periodes van inactiviteit langer dan 3/4 dagen
wordt aanbevolen om alvorens de machine te gebruiken, deze
in te schakelen en:
•
2/3 spoelingen uit te voeren door middel van druk op de
toets
-
•
gedurende enkele seconden heet water af te geven door de
e
draaiknop stoom/heet water (A19) in stand I te plaatsen.
-
N.B.:
Het is normaal dat er na het uitvoeren van deze reiniging water
aanwezig is in het koffiedikbakje (A13).
14.3 Reiniging van het koffiedikbakje
-
Wanneer het lampje
leeggemaakt worden. Zolang het bakje niet geleegd wordt,
blijft het lampje knipperen en kan de machine geen koffie
zetten.
-
Voor het verrichten van de reiniging (met ingeschakelde
machine):
•
Het drupbakje (A17) (afb. 24) verwijderen, leeg maken en
reinigen.
•
Het koffiedikbakje (A13) leeg maken en zorgvuldig rei-
nigen. Zorg ervoor alle eventuele resten op de bodem te
g
verwijderen.
•
Controleer ook het rode condensbakje (A14), maak het
leeg als het vol is.
Let op!
Bij het verwijderen van het drupbakje is het altijd verplicht om
ook het koffiedikbakje te ledigen ook al is dit maar weinig vol.
Gebeurt dit niet dan kan het voorkomen dat, bij het zetten van
t
verdere kopjes koffie, het koffiedikbakje voller wordt dan voor-
zien en het apparaat zo verstopt raakt.
14.4 Reiniging drupbakje en condensbakje
-
Let op!
e
Indien het drupbakje niet regelmatig wordt leeggemaakt, kan
het water over de rand stromen en in of naast het apparaat
terechtkomen. Dit kan het apparaat, het steunvlak of de omrin-
-
gende zone beschadigen.
Het drupbakje is voorzien van een rode drijvende indicator (A16)
van het waterniveau in het bakje (afb. 25). Voor dat deze indi-
(B5);
knippert, moet het koffiedikbakje
cator uit het kopjesblad zal steken, moet het bakje geledigd en
gereinigd worden.
Om het drupbakje te verwijderen:
1. Het drupbakje (A17) en het koffiedikbakje (A13) verwijde-
ren (afb. 24);
2. Het drupbakje en het koffiedikbakje leeg maken en
wassen;
3. Controleer het condensbakje (A14) en indien nodig ook dit
leeg maken.
4. Plaats het drupbakje en het koffiedikbakje terug.
14.5 Reiniging van de binnenkant van het
apparaat
Gevaar voor elektrische schok!
Voor het verrichten van de reinigingshandelingen van de in-
terne gedeeltes moet de machine uitgeschakeld zijn (zie "7.
"Uitschakeling van het apparaat") en losgekoppeld van de elek-
triciteitsvoorziening. Dompel het apparaat nooit onder in water.
1. Controleer regelmatig (circa één keer per maand) of de
binnenkant van het apparaat (alleen toegankelijk nadat
het druppelbakje weggenomen is) vuil is. Verwijder indien
nodig de koffieresten met een spons.
2. Verwijder alle resten met een stofzuiger (afb. 26).
14.6 Reiniging van het waterreservoir
1. Reinig regelmatig (ongeveer één keer per maand) en bij elke
vervanging van het verzachtingsfilter (C4 - indien aanwezig)
het waterreservoir (A9) met een vochtige doek en een beetje
mild reinigingsmiddel.
2. Verwijder het filter (indien aanwezig) en spoel het af onder
stromend water.
3. Plaats het filter terug (indien aanwezig), vul het reservoir
met vers water en plaats het reservoir terug.
14.7 Reiniging van de tuitjes van de koffieuitloop
1. Reinig de tuitjes van de koffieuitloop (A12) regelmatig met
een spons of een doek (afb. 27).
2. Controleer of de gaatjes van de koffieuitloop verstopt zijn.
Verwijder zo nodig de koffieresten met een tandenstoker
(afb. 28).
14.8 Reiniging van de trechter voor het invoeren
voorgemalen koffie
Controleer regelmatig (ongeveer één keer per maand) of de
trechter voor voorgemalen koffie (A6) verstopt is. Indien nodig
de koffieresten verwijderen.
15