t
Om het apparaat uit te schakelen, druk op de toets
afb. 6). Indien voorzien voert het apparaat een spoeling uit en
schakelt daarna uit.
N.B.:
Wanneer het apparaat voor langere tijd niet gebruikt wordt, zet
dan ook de hoofdschakelaar (A8) in de stand 0 (afb. 3).
5
Let op!
-
Om schade aan het apparaat te voorkomen mag de hoofdscha-
kelaar van afb. 3 enkel in de stand 0 worden geplaatst na het
n
uitschakelen van het apparaat met de toets
-
s
8. AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
Het is mogelijk om de automatische uitschakeltijd te wijzigen
opdat het apparaat na 15 of 30 minuten, of na 1, 2 of 3 uur van
inactiviteit uitgeschakeld wordt.
Voor het herprogrammeren van de automatische uitschakeltijd:
1. Met de machine uitgeschakeld maar met de hoofdschake-
laar (A8) in de stand I (afb.3), druk op de toets
-
houd deze ingedrukt tot de lampjes op het bedieningspa-
neel gaan branden.
2. Druk op de toets
s
alle lampjes betreffende de tijdsinterval aan zijn, waarna
-
het apparaat automatisch uit moet gaan:
r
15 minuten
30 minuten
1 uur
2 uur
r
3 uur
3. Druk op de toets
de keuze te bevestigen; de lampjes gaan uit.
-
l
9. ENERGIEBESPARING
r
Met deze functie kunt u de energiebesparende modus in- of uit-
d
schakelen. Wanneer de functie geactiveerd is, zorgt het voor een
lager energieverbruik, in overeenstemming met de heersende
Europese normen.
De energiebesparende modus is actief wanneer het groene
lampje ECO brandt (afb. 7).
1. Met de machine uitgeschakeld maar met de hoofdschake-
laar (A8) in de stand I (afb.3), druk op de toets
en houd deze ingedrukt tot het lampje ECO (afb. 7) gaat
branden.
2. Om de functie uit te schakelen, drukken op de toets
(B3, links van de draaiknop): het lampje ECO knippert.
3. Om de functie opnieuw in te schakelen, weer drukken op
e
de toets
continu branden.
.
(B3, links van de draaiknop B6) tot
ECO
ECO
ECO
ECO
ECO
(B8, rechts van de draaiknop) om
(links van de draaiknop): het lampje ECO gaat
4. Druk op de toets
(B2-
de keuze te bevestigen; het lampje ECO gaat uit.
N.B.:
In de energiebesparende modus kan het enkele seconden duren
voordat het apparaat het eerste kopje koffie afgeeft omdat het
bezig is met voorverwarmen.
10. VERZACHTINGSFILTER
MODELLEN)
Enkele modellen hebben een verzachtingsfilter (C4): indien uw
model hier niet over beschikt, raden wij aan er een aan te schaf-
fen bij de bevoegde servicecentra van De'Longhi.
Let op!:
•
Opslag in een koele, droge plaats en niet blootstellen aan
de zon.
•
Na het openen van de verpakking het filter onmiddellijk
gebruiken.
•
Het filter verwijderen alvorens de machine te ontkalken.
(B9) en
Volg de hierop volgende instructies voor een correct gebruik van
het filter.
10.1 Installatie van het filter
1. Verwijder het filter (C4) uit de verpakking en spoel het met
ongeveer 0,5 L stromend water (afb. 8)
2. Draai de datumschijf tot de volgende 2 gebruiksmaanden
getoond worden (afb. 9).
N.B.:
het filter heeft een duur van twee maanden bij regelmatig ge-
bruik. Wordt het apparaat niet gebruikt terwijl het filter geïn-
stalleerd is, heeft het een maximale duur van 3 weken.
3. Neem het reservoir (A9) uit het apparaat en vul met water
(afb. 1A).
4. Plaats de filter in het waterreservoir en dompel het een
tiental seconden helemaal onder, houd het schuin om de
luchtbellen te laten ontsnappen (afb. 10).
5. Plaats het filter in de voorziene zitting en duw het goed vast
(afb. 11).
6. Sluit het waterreservoir met het deksel (afb. 12) en plaats
het terug in de machine.
7. Plaats onder het stoompijpje (A18) een bak met een mini-
(B7)
muminhoud van 500 ml.
8. Draai de stoomknop (A19) in de stand I om heet water af te
geven.
9. Ten minste 500 ml water laten afgeven en dan de stoom-
knop terugplaatsen in stand 0.
11
(B8, rechts van de draaiknop) om
(ALLEEN BIJ SOMMIGE