Inhoudsopgave
Advertenties
Regelaars en functies
Organ-sectie
(
C
A
&
In de Organ-sectie van de YC61 kunt u een orgeltype selecteren uit de VCM-orgeltoongenerator die getrouw een vintage
orgel van het toonwieltype of een FM-toongenerator reproduceert die een orgel van het transistortype reproduceert en
fysieke drawbars gebruikt, waarmee u kunt spelen terwijl u het orgelgeluid in real-time verandert. U kunt ook de
gedetailleerde parameters aanpassen om een orgelgeluid te creëren dat verschillen tussen individuele instrumenten
enz. bevat.
VCM-orgeltoongenerator
De VCM-orgeltoongenerator is ontwikkeld om het
geluid van een vintage orgel van het toonwieltype
getrouw weer te geven.
VCM betekent 'Virtual Circuitry Modeling™' en is
technologie die DSP gebruikt om de functies van een
analoog elektrisch circuit te emuleren. Met deze
technologie kan het instrument geluid reproduceren met
een analoge diepte, die niet kan worden gereproduceerd
met een eenvoudig digitaal geluid.
Door deze technologie toe te passen, reproduceert de
VCM-orgeltoongenerator de volgende kenmerken van
een vintage orgel volledig.
• Natuurlijke, organische harmonieën bij het spelen van
akkoorden – dankzij een matrixcircuit dat het
keyboard, de toonwielen en de drawbars verbindt
• Percussiegeluid met opmerkelijke aanwezigheid –
gebaseerd op analyse van vacuümbuiscircuits
• Toetsklikken en lekgeluiden – gebaseerd op analyse
van elektrische circuits
• Natuurlijke geluidsvervorming – simulatie van vintage
vacuümbuisvoorversterkers
• Vibrato-/choruseffect – van scannergebaseerde
vibratocircuits
• Veranderingen in frequentiekarakteristieken en
hoeveelheid drive die dynamisch reageert op de
bediening van het expressiepedaal
Door aanpassing van deze gedetailleerde parameters
kunnen de onderscheidende kenmerken van de originele
instrumenten nauwkeurig worden nagebootst – inclusief
al hun bijzonder aantrekkelijke imperfecties, fouten en
zelfs verslechtering.
14
YC61 Gebruikershandleiding
F
G
*
D
B
I
H
J
K
E
& [ON/OFF]-schakelaar voor sectie
Om deze sectie in te schakelen of uit te schakelen.
Wanneer deze sectie is ingeschakeld (On), gaat het
lampje branden en wordt een geluid gegenereerd als er
op een toets wordt gedrukt.
* Selector/display voor orgeltype
Draai aan de draaiknop Encoder om het te gebruiken
orgeltype te selecteren. Het geselecteerde type (H1–H3,
F1–F3) wordt op de display weergegeven.
H1–H3 geven de VCM-orgeltypen aan, terwijl F1–F3 de
typen aangeven die de FM-toongenerator gebruiken.
H1
Dit type reproduceert getrouw een standaard
vintage orgel. Het is geschikt voor orgelsolo's en
muziek waarin het orgel het belangrijkste
instrument is.
H2
Dit type wordt gekenmerkt door zijn diepe geluid
met nadruk in de middentonen tot lage tonen.
Ideaal voor wanneer u met het instrument
duidelijk aanwezig wilt zijn ten opzichte van de
rest van de band of het ensemble.
H3
Dit type heeft een uniek percussiegeluid.
Dit type werkt goed met de drive-effecten en is
geschikt voor het spelen van snelle passages.
F1
Dit orgel genereert eenvoudige sinusgolven.
F2
Dit type bootst een beroemd Brits
transistorcombo-orgel na.
F3
Dit type bootst een beroemd Italiaans
transistorcombo-orgel na.
De type-instelling is gemeenschappelijk voor de
LOWER- en de UPPER-partij.
OPMERKING
De karakteristieken van het orgelgeluid (zoals het lekniveau van
het toonwiel en het volume van het toetsklikgeluid) kunnen
worden ingesteld met de knop [SETTINGS] 'Sound' 'Organ
Settings' (pagina 42). Deze instellingen worden opgeslagen in
de Live Set Sound.
Advertenties
Inhoudsopgave
