Inhoudsopgave
Advertenties
Regelaars en functies
Voorpaneel
3
2
1
SPEAKER/AMP-sectie
(pagina 18)
1 Bendhendel
Voor gebruik als pitchbendcontroller of voor het
wijzigen van de rotatiesnelheid van de roterende
luidspreker op de SPEAKER/AMP-sectie.
Welke van de twee functies door de bendhendel wordt
gebruikt, kan worden ingesteld via [SETTINGS]-knop →
'Controllers' → 'Bend Lever' → 'Mode' (pagina 49). In de
standaardinstellingen is dit ingesteld op 'Pitch Bend'.
OPMERKING
Het pitchbendbereik kan voor elke sectie worden ingesteld met
de knop [SETTINGS] 'Controllers' 'Bend Lever' 'Pitch
Bend Range' (pagina 49).
2 Modulatiehendel (toewijsbaar)
Voor het toepassen van vibrato op het geluid.
Aan deze hendel kan een ander
besturingswijzigingsnummer worden toegewezen.
De toewijzing van het besturingswijzigingsnummer kan
worden ingesteld met de knop [SETTINGS] →
'Controllers' → 'Modulation Lever' → 'Assign' (pagina 49).
OPMERKING
• De vibratodiepte en -snelheid kunnen voor elke sectie worden
ingesteld met de knop [SETTINGS] 'Controllers'
'Modulation Lever' 'P.Mod Depth'/ 'P.Mod Speed'
(pagina 49).
• Het modulatie-effect (CC#1) wordt niet toegepast op de
Organ-sectie wanneer het type VCM-orgel (H1 tot H3) is
geselecteerd. Als u het vibrato-effect wilt toepassen op het
VCM-orgeltype, gebruikt u VIBRATO/CHORUS voor de
Organ-sectie (pagina 15).
3 [MASTER VOLUME]-knop
Hiermee kunt u het totaalvolume van het instrument
aanpassen.
4 Lcd-scherm
Hierop worden systeemberichten, parameterinstellingen
en een groot aantal andere gegevens weergegeven,
afhankelijk van welke functie wordt gebruikt.
10
YC61 Gebruikershandleiding
Organ-sectie
(pagina 14)
Instellingen van het lcd-scherm en de
lampen
Voor de volgende instellingen drukt u op de knop
[MENU] → 'Control Panel' → 'Display Lights'.
Section
Hiermee stelt u in of de indicatielampjes van
elke sectie altijd branden ('On'), ongeacht de
status van de [ON/OFF]-schakelaar van de
overeenkomstige sectie.
Ins Effect
Hiermee stelt u in of de lampjes in de EFFECT
1- en 2-gebieden van de secties Key A/Key B
altijd branden ('On'), ongeacht de status van
elk van de EFFECT 1/2 [ON/OFF]-knoppen.
LCD SW
Hiermee stelt u in of het startscherm op het
lcd-scherm moet worden weergegeven ('On')
of niet ('Off'). De verschillende
instellingsschermen, zoals de MENU-
schermen en de SETTINGS-schermen,
worden altijd weergegeven, ongeacht deze
instelling.
LCD
Voor het aanpassen van het contrast van het
lcd-scherm.
Contrast
5 Draaiknop Encoder/[ENTER]-knop
Voor het weergeven van de Live Set View (pagina 12) op
het lcd-scherm en om de momenteel geselecteerde
parameter te bewerken. Gebruik in de schermen MENU
en SETTINGS deze draaiknop om de cursor
(gemarkeerd) omhoog of omlaag te verplaatsen.
Drukken op de draaiknop Encoder komt overeen met
drukken op de knop [ENTER]. Gebruik deze knop om
de geselecteerde parameter vast te stellen of om een
handeling uit te voeren.
5
4
6
Live Set
(pagina 12)
7
8
9
)
Advertenties
Inhoudsopgave
