BELANGRIJK!
Oppervlak reinigen
Sensor reinigen
GA-nr.: 20901504_NL_DVR 2pro_V1.4_130120
6
6
Reiniging en afstelling
Reiniging en afstelling
6.1 Reiniging
6.1
Reiniging
Storingen die aan vervuiling van de sensor kunnen worden toege-
schreven, moeten worden verholpen door de sensor te reinigen.
Ook voor een afstelling verdient het aanbeveling de sensor te rei-
nigen.
Dit hoofdstuk geeft geen beschrijving voor de decontaminatie
van het product. Hier worden alleen eenvoudige reinigings- en
verzorgingswerkzaamheden beschreven.
6.1.1 Behuizingsoppervlak
6.1.1
Behuizingsoppervlak
Oppervlak reinigen
> Reinig vuile oppervlakken met een schone, iets vochtig
gemaakte doek. Voor het bevochtigen van de doek adviseren
wij water of een milde zeepoplossing.
6.1.2
6.1.2 Sensor
Sensor
Sensor reinigen
1. Doe een kleine hoeveelheid oplosmiddel, bijv. wasbenzine,
via de kleinflens in het meetapparaat.
2. Laat het oplosmiddel een paar minuten inwerken.
3. Giet het oplosmiddel er weer uit.
5 Opgeloste stoffen in het oplosmiddel of verkleuringen
mogelijk.
4. Herhaal deze procedure tot er geen vervuilende stoffen meer
in het oplosmiddel zitten.
5. Laat het meetapparaat zo lang aan de lucht of onder vacuüm
staan tot de binnenruimte helemaal gedroogd is.
6. Stel de sensor opnieuw af.
Reiniging en afstelling
33