2
3
B CAPTURE
Als u op deze knop klikt, worden de instellingen van
het momenteel geselecteerde kanaal gekopieerd naar
een tijdelijke geheugenbuffer. Als u de bewerking
MOVE hebt geselecteerd, is deze optie grijs en is
kopiëren niet mogelijk.
Als het overeenkomstige INPUT-kanaal is gepaard (of
als er een ST IN/FX RTN-kanaal is geselecteerd), wordt
er een hartsymbool weergegeven aan de rechterkant.
C BUFFERED CH (kanaal in de buffer)
Hiermee wordt het kanaal weergegeven dat momenteel
in het buffergeheugen wordt gekopieerd. Als u de
bewerking MOVE hebt geselecteerd, is deze optie grijs.
Opmerking
• Voor het kopiëren van kanaalinstellingen voor
ingangskanalen en uitgangskanalen wordt hetzelfde
buffergeheugen gebruikt.
• Als er uitgangskanaalinstellingen zijn gekopieerd naar het
buffergeheugen, wordt hieronder het bericht "TYPE
CONFLICT!" (Typeconflict) weergegeven en kunt u niet
plakken naar een ingangskanaal.
• De inhoud van het buffergeheugen wordt gewist als de
PM5D wordt uitgeschakeld.
4
5
D EXECUTE
Als u op deze knop klikt, worden de opgegeven
parameters uit het buffergeheugen gekopieerd naar het
opgegeven plakdoelkanaal. Als u op deze knop klikt
tijdens het uitvoeren van een MOVE-bewerking,
worden de parameters van het geselecteerde kanaal
verplaatst naar het opgegeven verplaatsdoelkanaal.
Als er een uitgangskanaal is gekopieerd naar het
buffergeheugen of als er geen plakdoel is opgegeven, is
deze optie grijs en is de bewerking Paste (Plakken) niet
beschikbaar.
7
8
6
PM5D/PM5D-RH V2 / DSP5D Gebruikershandleiding
Opmerking
• Eén enkel kanaal kan alleen worden verplaatst als wordt
voldaan aan de twee volgende voorwaarden.
- Er zijn geen gepaarde kanalen tussen de verplaatsbron
en het verplaatsdoel.
- U hebt geen parameter geselecteerd waarvan er maar
één bestaat voor elke twee aangrenzende oneven/even
genummerde kanalen, zoals DELAY GANG.
• Kanalen kunnen alleen worden verplaatst binnen de
volgende kanaalsecties (op elk apparaat)
- INPUT-kanalen 1–48
- ST IN-kanalen 1–4
- FX RTN-kanalen 1–4
E PARAMETER SELECT
Hier kunt u de parameter(s) selecteren die worden
geplakt. U kunt dit niet selecteren voor de bewerking
MOVE. U kunt de volgende parameters selecteren.
ALL
Alle parameters
ATT
Demperinstellingen
EQ
Instellingen EQ-functie
COMP
Instellingen COMP-functie
DELAY
Instellingen DELAY-functie
FADER
Faderniveau
ON
Aan/uit-status CH [ON]-toets
PAN/BAL
Pan/balans-instellingen
INSERT
Aan/uit-status van insert en invoegpunt
Verzendniveau naar de gewenste MIX-
SEND
bus(sen)
DCA
Gekoppelde DCA-groep
MUTE
Gekoppelde mutegroep
LCR
LCR-scherminstellingen
HA
HA-bibliotheekinstellingen
PATCH
Instellingen ingangspatch
NAME
Kanaalnaam
Als de knop SEND is ingeschakeld, gebruikt u de MIX-
knoppen (1–24) om de doel-MIX-bus te selecteren.
F CH SELECT (kanaalselectie)
Hier kunt u de doelkanalen voor plakken/verplaatsen
selecteren. U kunt alleen kanalen selecteren van
hetzelfde type als de kopieer-/verplaatsbron.
Tip
Als het INPUT-kanaal van de kopieer-/verplaatsbron is
gepaard, wordt het oneven genummerde kanaal gekopieerd
naar de oneven genummerde kanalen en wordt het even
genummerde kanaal gekopieerd naar de even genummerde
kanalen.
G SET ALL
Hiermee geeft u het plakdoel op als alle kanalen van
hetzelfde type als de kopieerbron. U kunt dit niet
selecteren voor de bewerking MOVE.
H CLEAR ALL
Hiermee deselecteert u alle kanalen. U kunt dit niet
selecteren voor de bewerking MOVE.
Gedeelte Naslagwerk
315