Snelheidssignaal opnieuw kalibreren:
U kunt een reeds bestaand profiel overschrijven of een lege opslagplaats met
een profiel invullen.
1. In het menu Trekker (km/u) de gewenste opslagplaats met de eronder lig-
gende functietoets markeren.
2. Veld Opnieuw kalibreren markeren.
3. Entertoets indrukken.
Het display toont het kalibreermenu.
6
5
Afb. 4.13: Kalibreermenu
[1] Naamveld tractor
[2] Weergave oorsprong van het snelheidssignaal
[3] Weergave aantal impulsen over 100 m
[4] Functietoets F4: Submenu Automatische kalibratie
[5] Functietoets F2: Impulsgever radarimpulsen
[6] Functietoets F1: Impulsgever wielimpulsen
4. Naamveld tractor [1] markeren.
5. Entertoets indrukken.
6. De naam van het profiel invoeren.
De invoer van de naam is beperkt tot 16 tekens.
Voor een betere herkenbaarheid adviseren wij het profiel naar de naam van de
trekker te vernoemen.
De invoer van tekst in de bedieningsunit wordt in hoofdstuk
pagina 64
beschreven.
7. Impulsgever voor het snelheidssignaal selecteren.
Voor Radarimpulsen functietoets F1 [5] indrukken.
Voor Wielimpulsen functietoets F2 [6] indrukken.
Het display toont de impulsgever [2].
Bediening QUANTRON-K2
LET OP
4
1
2
3
4
4.10.1: Tekstinvoer,
43