Pagina 1
Gebruiksaanwijzing Vóór inbedrijfstelling zorgvuldig doorlezen! Bewaren voor toekomstig gebruik Deze gebruiksaanwijzing/montage- handleiding is een deel van de machi- ne. Leveranciers van nieuwe en gebruikte machines zijn verplicht, om schriftelijk te documenteren dat de ge- bruiksaanwijzing/ montagehandlei- Oorspronkelijke ding met de machine geleverd en aan gebruiksaanwijzing de klant overhandigd werd.
Pagina 2
Heeft u verder nog vragen, dan beantwoorden wij deze graag. Met vriendelijke groet, RAUCH Landmaschinenfabrik GmbH...
Inhoud Voorwoord Aanwijzingen voor de gebruiker Over deze gebruiksaanwijzing......... . 1 Aanwijzingen bij de beschrijving .
Pagina 4
Inhoud Bediening QUANTRON-A Bedieningsunit inschakelen ......... . . 21 Navigatie binnen de menu’s .
Pagina 5
Inhoud Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A Opvraging van de resthoeveelheid tijdens de strooiwerkzaamheden ... 65 Strooien met bedrijfsmodus AUTO km/h ....... . . 66 Strooien met bedrijfsmodus MAN km/h .
Aanwijzingen voor de gebruiker Aanwijzingen voor de gebruiker Over deze gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing is bestanddeel van de bedieningsunit QUANTRON-A De gebruiksaanwijzing bevat belangrijke aanwijzingen voor een veilig, vakkun- dig en economisch gebruik en onderhoud van de bedieningsunit. Het naleven ervan helpt gevaren te vermijden, reparatiekosten en uitvaltijden te verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur van de machine te verhogen.
Pagina 8
Aanwijzingen voor de gebruiker Gevarenniveaus van de waarschuwingen Het gevarenniveau wordt door het signaalwoord aangegeven. De gevarenni- veaus zijn als volgt geclassificeerd: n GEVAAR Soort en bron van gevaar Deze waarschuwing waarschuwt voor een onmiddellijk dreigend gevaar voor de gezondheid en het leven van personen. Veronachtzaming van deze waarschuwingen leidt tot zeer ernstig letsel, ook met dodelijke afloop.
Aanwijzingen voor de gebruiker 1.2.2 Instructies en aanwijzingen Door bedieningspersoneel uit te voeren handelingen zijn weergegeven als ge- nummerde lijst. 1. Handelingsinstructie stap 1 2. Handelingsinstructie stap 2 Instructies die slechts één enkele stap omvatten, worden niet genummerd. Dit geldt ook voor handelingen waarbij de volgorde waarin ze worden uitgevoerd, niet dwingend voorgeschreven is.
Opbouw en functie Opbouw van de bedieningsunit - overzicht Afb. 2.1: Bedieningsunit QUANTRON-A Nr. Benaming Functie Bedieningspaneel Dit bestaat uit de folietoetsen voor de bediening van het apparaat en het display voor de weergave van werkschermen. Stekkerverbinding 39-polige stekkerverbinding voor het aansluiten van machinekabel de machinekabel op sensoren en actuatoren.
Opbouw en functie Bedieningselementen De bediening van uw universele strooier geschiedt via 17 folietoetsen (13 vast gedefinieerde en 4 vrij toe te wijzen folietoetsen). Afb. 2.2: Bedieningspaneel aan de voorzijde van het apparaat LET OP De gebruiksaanwijzing beschrijft de functies van de bedieningsunit QUAN- TRON-A vanaf de softwareversie 2.01.00.
Pagina 14
Opbouw en functie Benaming Functie Wissen/resetten Wissen van een invoer in een invoerveld, Bevestigen van alarmmeldingen. Alleen in de configuratie kg/ha: Resetten van de meer- of minderhoeveelheid op 100 %, L%/R% Geen functie Menu Wissel tussen het werkscherm en het hoofdmenu. Afbreken van invoer en/of gelijktijdige terugkeer naar het vorige menu.
Opbouw en functie Display Het display toont de actuele statusinformatie, selectie- en invoermogelijkheden van de bedieningsunit. De essentiële informatie voor het gebruik van de machine wordt op het werk- scherm weergegeven. LET OP De precieze weergave van het werkscherm hangt af van de op dat moment ge- kozen instellingen en de configuratie af fabriek.
Pagina 16
Opbouw en functie Nr. Symbool / weer- Betekenis (in weergegeven voorbeeld) gave Weergavevelden Individueel toe te wijzen weergavevelden (hier: rijsnel- heid, stroomfactor en kg dagteller). Mogelijke invulling: zie hoofdstuk 4.9.2: Weergavekeuze, pagina Selectie van de wijze van activering voor de gesimu- leerde snelheid Grijs: Manueel ...
Opbouw en functie 2.5.2 Werkscherm van de meststrooier UKS GB en LINUS Afb. 2.4: Werkscherm van de bedieningsunit (voorbeeld werkscherm UKS) Afb. 2.5: Werkscherm van de bedieningsunit (voorbeeld werkscherm LINUS) De symbolen en weergaven op het voorbeeldscherm hebben de volgende bete- kenis: Nr.
Pagina 18
Opbouw en functie Nr. Symbool / weer- Betekenis (in weergegeven voorbeeld) gave Waarschuwings- Het waarschuwingssymbool geeft aan, dat het werke- symbool toerental lijke toerental afwijkt van het geselecteerde toerental. Weergavevelden Individueel toe te wijzen weergavevelden (hier: rijsnel- heid, stroomfactor en kg dagteller). Mogelijke invulling: zie hoofdstuk ...
Aanbouw en installatie Aanbouw en installatie Eisen aan de tractor Controleer vóór de aanbouw van de bedieningsunit of uw tractor aan de volgende eisen voldoet: Min. voedingsspanning van 11 V moet altijd gegarandeerd zijn, ook als meerdere gebruikers gelijktijdig zijn aangesloten (bijv. airconditioning, ver- lichting).
Aanbouw en installatie 3.2.2 Stekkerverbinding 7-polig Via de 7-polige stekerverbinding (DIN 9684-1/ISO 11786) krijgt de bediening- seenheid de impulsen voor de actuele rijsnelheid. Hiervoor wordt op de stekker- verbinding de 7-polig naar 8-polige kabel (accessoire) naar de rijsnelheidssensor aangesloten. [1] PIN 1: daadwerkelijke rijsnelheid (radar) [2] PIN 2: theoretische rijsnelheid (bijv.
Aanbouw en installatie Bedieningsunit aansluiten LET OP Na het inschakelen van de bedieningsunit QUANTRON-A toont het display kort- stondig de machinenaam. LET OP Machinetype in acht nemen De bedieningsunit QUANTRON-A is af fabriek afgesteld op de universele strooi- er, waarbij de unit wordt geleverd. Machinetype in het menu Info controleren.
Pagina 24
Aanbouw en installatie Aansluitschema - standaard: Afb. 3.3: Aansluitschema QUANTRON-A (standaard) [1] Seriële interface RS232, 8-polige stekkerverbinding [2] 39-polige machinestekker [3] Actuator doseerschuif [4] Peilsensor (optie) [5] Sensor toerental roerwerkas [6] LINUS: Proportionele klep toerental roerwerkas [7] Accu [8] 3-polige stekkerverbinding volgens DIN 9680 / ISO 12369 [9] Optie: Y-kabel (V24 RS232-interface voor geheugenmedium) [10] 7-polige stekkerverbinding conform DIN 9684 [11] Optie: GPS-kabel en ontvanger...
Pagina 25
Aanbouw en installatie Aansluitschema wielsensor: km/h Afb. 3.4: Aansluitschema QUANTRON-A (standaard) [1] Seriële interface RS232, 8-polige stekkerverbinding [2] 39-polige machinestekker [3] Actuator doseerschuif [4] Peilsensor (optie) [5] Sensor toerental roerwerkas [6] LINUS: Proportionele klep toerental roerwerkas [7] Accu [8] 3-polige stekkerverbinding volgens DIN 9680 / ISO 12369 [9] Optie: Y-kabel (V24 RS232-interface voor geheugenmedium) [10] Rijsnelheidssensor [11] Optie: GPS-kabel en ontvanger...
Pagina 26
Aanbouw en installatie Aansluitschema machinekabel: km/h km/h Afb. 3.5: Aansluitschema QUANTRON-A (standaard) [1] Seriële interface RS232, 8-polige stekkerverbinding [2] 39-polige machinestekker [3] Actuator doseerschuif [4] Peilsensor (optie) [5] Sensor toerental roerwerkas [6] LINUS: Proportionele klep toerental roerwerkas [7] Accu [8] 3-polige stekkerverbinding volgens DIN 9680 / ISO 12369 [9] Optie: Y-kabel (V24 RS232-interface voor geheugenmedium) [10] 7-polige stekkerverbinding conform DIN 9684 [11] Rijsnelheidssensor...
Bediening QUANTRON-A Bediening QUANTRON-A Gevaar voor letsel door uitstromend strooimiddel In geval van een storing kan de doseerschuif tijdens de rit naar de strooilocatie onverwacht opengaan. Er bestaat gevaar voor uitglij- den en verwonding van personen door vrijkomend strooimiddel. Vóór de rit naar de strooiplaats de elektronische bedie- ningsunit QUANTRON-A absoluut uitschakelen.
Pagina 28
Bediening QUANTRON-A Afb. 4.1: Start QUANTRON-A [1] AAN/UIT-knop...
Bediening QUANTRON-A Navigatie binnen de menu’s LET OP U vindt belangrijke instructies bij de weergave en navigatie tussen de menu’s in het hoofdstuk 1.2.5: Menuhiërarchie, toetsen en navigatie, pagina Hoofdmenu oproepen De menutoets indrukken. Zie 2.4: Bedieningselementen, pagina Op het display verschijnt het hoofdmenu. ...
Bediening QUANTRON-A Wegen-dagteller In dit menu vindt u waarden bij de gepresteerde strooiwerkzaamheden. kg-toets op de bedieningsunit indrukken. Het menu Wegen-dagteller verschijnt. Afb. 4.2: Menu Wegen-dagteller Submenu Betekenis Beschrijving Dagteller Weergave van de gedane strooihoeveelheid, Pagina 25 gestrooid oppervlak en gestrooid traject. Rest (kg, ha, m) Weergave van resterende strooihoeveelheid, Pagina 26 oppervlakte en traject.
Bediening QUANTRON-A 4.3.1 Dagteller In dit menu leest u de volgende waarden af: gestrooide hoeveelheid (kg) gestrooid oppervlak (ha) gestrooid traject (m) Afb. 4.3: Menu Dagteller [1] Weergave van de gestrooide hoeveelheid sinds het laatste wissen [2] Weergave van het gestrooide oppervlak sinds het laatste wissen [3] Weergave van het gestrooide traject sinds het laatste wissen [4] Dagteller wissen: alle waarden op 0 Dagteller wissen:...
Bediening QUANTRON-A 4.3.2 Resthoeveelheid In het menu Rest (kg, ha, m) kunt u de in de voorraadbak achtergebleven rest- hoeveelheid opvragen of invoeren. Het menu toont het mogelijke oppervlak (ha) en het mogelijke traject (m), dat met de resterende hoeveelheid meststof nog gestrooid kan worden. Beide indi- caties worden aan de hand van de volgende waarden berekend: Meststofinstelling/Strooimiddelinstellingen ...
Pagina 33
Bediening QUANTRON-A Invoer van de resthoeveelheid bij opnieuw vullen: 1. Menu Wegen-dagteller > Rest (kg, ha, m) oproepen. Op het display verschijnt de resthoeveelheid die van het laatste strooipro- ces is overgebleven. 2. Voorraadbak vullen. 3. Het nieuwe totaalgewicht van het strooimiddel in de voorraadbak invoeren. ...
Bediening QUANTRON-A Hoofdmenu Afb. 4.5: Hoofdmenu QUANTRON-A (zand- en zoutstrooier UKS) Afb. 4.6: Hoofdmenu QUANTRON-A (meststrooier) Submenu Betekenis Beschrijving Strooimiddelinstellingen Pagina 29 Instellingen voor de strooiwerkzaam- heden. Meststofinstelling Pagina 31 Machine-instellingen Instellingen voor trekker en machine. Pagina 40 Snellossen Direct openen van het menu voor snel- Pagina 50 lossen van de universele strooier.
Bediening QUANTRON-A Strooimiddelinstellingen In dit menu voert u de instellingen voor het strooimiddel en de strooiwerkzaam- heden uit. 4.5.1 Menu Strooimiddelinstellingen voor zand- en zoutstrooier UKS Menu Hoofdmenu > Strooimiddelinstellingen oproepen. Afb. 4.7: Menu Strooimiddelinstellingen, pagina 1 en 2 Submenu Betekenis / Mogelijke waarden Beschrijving...
Pagina 36
Bediening QUANTRON-A Submenu Betekenis / Mogelijke waarden Beschrijving Strooidichtheid +/- Vastlegging van de stappen waarmee de Pagina 36 strooidichtheid later handmatig kan wor- den verhoogd of verlaagd. Strooitabel Beheer van strooitabellen. Pagina 38 LET OP Niet alle parameters worden gelijktijdig in een menuvenster weergegeven. U kunt met de pijltoetsen naar het aangrenzende venster springen.
Bediening QUANTRON-A 4.5.2 Menu Meststofinstelling voor meststrooiers Menu Hoofdmenu > Meststofinstelling oproepen. Afb. 4.8: Menu Meststofinstelling, pagina 1 en 2 LET OP Niet alle parameters worden gelijktijdig in een menuvenster weergegeven. U kunt met de pijltoetsen naar het aangrenzende venster springen. Submenu Betekenis / Mogelijke waarden Beschrijving...
Bediening QUANTRON-A Submenu Betekenis / Mogelijke waarden Beschrijving Samenstelling Procentueel aandeel van de chemische samenstelling. +/- hoeveelheid Voorinstelling van de hoeveelheidsreduc- Pagina 37 tie voor de verschillende strooitypes. Strooitabel Beheer van strooitabellen. Pagina 38 4.5.3 Strooidichtheid/strooihoeveelheid In het menu Strooidichtheid (UKS gladheidsbestrijding) resp. Strooihoeveel- heid (UKS GB en LINUS) kunt u de gewenste strooidichtheid/strooihoeveelheid invoeren, waarmee het strooimiddel gestrooid moet worden.
Bediening QUANTRON-A 4.5.4 Stroomfactor De waarde van de stroomfactor is afhankelijk van het ingestelde toerental van de roerwerkas. tussen 0,4 en 2,5 bij een toerental van de roerwerkas van 15 omw/min tussen 0,4 en 3,5 bij een toerental van de roerwerkas van 28 omw/min ...
Bediening QUANTRON-A 4.5.5 Toerental In dit menu voert u het toerental van de roerwerkas in. Als u een universele strooi- er LINUS gebruikt, regelt de bedieningsunit het toerental van de roerwerkas via de proportionele klep. LET OP Alleen UKS: U stelt het toerental van de roerwerkas in aan de stroomregelklep. De invoer van het toerental in de QUANTRON-A heeft geen invloed op het daad- werkelijke toerental van de roerwerkas.
Pagina 41
Bediening QUANTRON-A Afdraaiproef uitvoeren: n WAARSCHUWING Letselgevaar bij het uitvoeren van de afdraaiproef Draaiende machineonderdelen en uitstromend strooimiddel kun- nen tot letsel leiden. Vóór de start van de afdraaiproef ervoor zorgen dat aan alle voorwaarden is voldaan. Neem het hoofdstuk Afdraaiproef in de gebruiksaanwijzing van de strooier in acht.
Bediening QUANTRON-A Stroomfactor opnieuw berekenen 6. Afgedraaide hoeveelheid wegen. 7. Gewicht van de afgedraaide hoeveelheid invoeren. 8. Entertoets indrukken. De nieuwe waarde is in de bedieningsunit opgeslagen. Het display toont het venster Stroomfactorberekening. LET OP De waarde van de stroomfactor hangt af van het toerental van de roerwerkas en moet binnen de volgende waarden liggen.
Bediening QUANTRON-A 4.5.8 +/- hoeveelheid (bij de meststrooiers UKS GB of LINUS) In dit menu kunt u voor het normale strooitype een procentuele hoeveelheids- wijziging vastleggen. De basis (100%) is de vooringestelde waarde van de doseerschuifopening. LET OP Tijdens het bedrijf kunt u met de toetsen F1/F4 op elk moment de strooihoeveel- heid met de factor van de +/- hoeveelheid wijzigen.
Bediening QUANTRON-A 4.5.9 Strooitabel In deze menu’s kunt u strooitabellen aanmaken en beheren. LET OP De keuze van een strooitabel heeft uitwerkingen op de strooimiddelinstellingen, op de bedieningsunit en op de machine. De instelling van de strooihoeveelheid blijft ongewijzigd. Nieuwe strooitabel aanmaken U hebt de mogelijkheid, tot 30 strooitabellen in de bedieningsunit aan te maken.
Pagina 45
Bediening QUANTRON-A 4.5: Strooimiddelinstellingen, pagina Een strooitabel selecteren: 1. Menu Meststof-/Strooimiddelinstellingen > Strooitabel oproepen. 2. Gewenste strooitabel markeren. Het naamveld bestaat uit naam strooimiddel, werkbreedte en toerental. 3. Entertoets indrukken. Het display toont het keuzevenster. 4. Optie Openen en terug... markeren. 5.
Bediening QUANTRON-A Machine-instellingen In dit menu voert u de instellingen bij de trekker en de machine uit. Menu Mach.- instellingen oproepen. Afb. 4.10: Menu Machine-instellingen Submenu Betekenis Beschrijving Trekker (km/h) Vastleggen of kalibreren van het snel- Pagina 41 heidssignaal AUTO / MAN-mo- Vastleggen van bedrijfsmodus Automa- Pagina 44...
Bediening QUANTRON-A 4.6.1 Snelheidskalibratie De snelheidskalibratie is de basis voor een exact strooiresultaat. Factoren zoals bijv. de bandenmaat, trekkerwissel, vierwielaandrijving, slip tussen banden en ondergrond, bodemgesteldheid en bandenspanning hebben invloed op de snel- heidsbepaling en dus op het strooiresultaat. Snelheidskalibratie voorbereiden: De exacte bepaling van het aantal snelheidsimpulsen op 100 m is zeer belangrijk voor de juiste strooiing van de hoeveelheid meststof.
Pagina 48
Bediening QUANTRON-A Snelheidssignaal opnieuw kalibreren: U kunt een reeds bestaand profiel overschrijven of een lege geheugenplaats met een profiel vullen. 1. In het menu Trekker (km/h) de gewenste opslagplaats met de eronder lig- gende functietoets markeren. 2. Veld Opnieuw kalibreren markeren. 3.
Pagina 49
Bediening QUANTRON-A Hierna moet u nog het aantal impulsen van het snelheidssignaal vastleggen. Wanneer het juiste impulsaantal bekend is, kunt u dat direct invoeren: 8. Menu-item Trekker (km/h) > Opnieuw kalibreren > Imp/100m oproepen. Het display toont het menu Impulsen voor de manuele invoer van het aantal impulsen.
Bediening QUANTRON-A 4.6.2 AUTO/MAN-modus Standaard werkt u in de bedrijfsmodus AUTO km/h. De bedieningsunit stuurt au- tomatisch de actuator aan op basis van het snelheidssignaal. In de manuele modus werkt u alleen in de volgende gevallen: geen snelheidssignaal aanwezig (radar of wielsensor niet aanwezig of de- ...
Pagina 51
Bediening QUANTRON-A AUTO km/h: Bedrijfsmodus automatisch LET OP Voor een optimaal strooiresultaat voert u vóór aanvang van de strooiwerkzaam- heden een afdraaiproef uit. 1. Bedieningsunit QUANTRON-A inschakelen. 2. Menu Machine-instellingen > AUTO/MAN-modus oproepen. 3. Menu-item AUTO km/h markeren 4. Entertoets indrukken. 5.
Bediening QUANTRON-A MAN schaalverd: manuele modus met schaalwaarde 1. Menu Machine-instellingen > AUTO/MAN-modus oproepen. 2. Menu-item MAN schaalverdeling markeren Het display toont het menu Schuifopening. 3. Schaalwaarde voor de doseerschuifopening invoeren. 4. Entertoets indrukken. De instelling van de bedrijfsmodus is opgeslagen. LET OP Voor een optimaal strooiresultaat, ook in de manuele modus, raden wij aan de waarde voor de doseerschuifopening en de rijsnelheid uit de strooitabel over te...
Bediening QUANTRON-A 4.6.4 Werkbreedte De werkbreedte is af fabriek afgesteld op het machinetype, waarbij de unit wordt geleverd. De aanbouw van speciale uitrustingen kan een kleinere of grotere werkbreedte verlangen. In dit menu kunt u de vooraf ingestelde werkbreedte (in meters) aanpassen. Werkbreedte invoeren: 1.
Bediening QUANTRON-A 4.6.6 Gesimuleerde snelheid Via het menu Gesimuleerde snelheid kunt u voor het normale strooitype een ge- simuleerde snelheid vastleggen. De gesimuleerde snelheid moet bij het naderen van kruispunten, verkeerslichten of op de wendakker worden geactiveerd. Dankzij de functie gesimuleerde snel- heid opent de doseerschuif direct en er wordt vanaf de eerste meter gestrooid.
Pagina 55
Bediening QUANTRON-A Strooien met gesimuleerde snelheid: Voorwaarde Het display toont het werkscherm. a) Het automatisch simuleren is niet geactiveerd; weergaveveld heeft grijze achtergrond. 1. Start/Stop-toets indrukken. Het strooibedrijf is geactiveerd. 2. T-toets indrukken, als de machine stilstaat (zie afb.
Bediening QUANTRON-A Snellossen Om de machine na de strooiwerkzaamheden te reinigen of de resthoeveelheid snel te ledigen, kunt u het menu Snellossen selecteren. Daarnaast raden wij aan om vóór de opslag van de machine de doseerschuif via het snellossen compleet te openen en in deze toestand de QUANTRON-A uit te schakelen.
Bediening QUANTRON-A Bestand/perceelbestand In dit menu kunt u tot 200 bestanden/perceelbestanden aanmaken en beheren. LET OP Ter verduidelijking is het begrip Bestand zowel voor perceelbestand (mest- strooier UKS GB en LINUS) als ook voor bestand (zand- en zoutstrooier UKS) gebruikt. Menu Hoofdmenu >...
Bediening QUANTRON-A 4.8.1 Bestand selecteren U kunt een reeds opgeslagen bestand opnieuw selecteren en verder opnemen. De reeds in het bestand opgeslagen gegevens worden daarbij niet overschreven, maar worden aangevuld met de nieuwe waarden. LET OP Met de pijltoetsen links/rechts kunt u per pagina in het menu Bestand vooruit en achteruit springen.
Bediening QUANTRON-A 4.8.2 Opname starten Afb. 4.16: Weergave van het actuele bestand [1] Weergave van het aantal pagina’s [2] Naamveld perceelbestand/bestand [3] Waardevelden [4] Weergeven van starttijd/-datum [5] Weergeven van stoptijd/-datum [6] Naamveld meststof [7] Functietoets Starten [8] Functietoets Stoppen [9] Weergave geheugenplaats...
Bediening QUANTRON-A 3. Functietoets F1 [7] indrukken. De registratie begint. Het menu Bestand toont het opnamesymbool voor het actuele bestand. Het werkscherm toont het opnamesymbool. LET OP Indien een ander bestand geopend wordt, wordt dit bestand gestopt. Het actie- ve bestand kan niet worden gewist.
Bediening QUANTRON-A 4.8.4 Bestanden importeren of exporteren Met de bedieningsunit QUANTRON-A kunnen opgenomen perceelbestan- den/bestanden worden geïmporteerd of geëxporteerd. Bestanden importeren (pc naar QUANTRON-A) Voorwaarden: Meegeleverde USB-stick gebruiken. Mappenstructuur op de USB-stick niet wijzigen. De gegevens zijn opgeslagen op de USB-stick in de map „\\USB-BOX\Quan- ...
Bediening QUANTRON-A Systeem / test In dit menu voert u de systeem- en testinstellingen voor de bedieningsunit uit. Menu Hoofdmenu > Systeem / test oproepen. Afb. 4.18: Menu Systeem / test Submenu Betekenis Beschrijving Helderheid Instelling displayweergave. Wijziging van de instelling met de functietoetsen + of -.
Bediening QUANTRON-A Submenu Betekenis Beschrijving Tijd Instelling van de actuele tijd. Selectie en wijziging van de instelling met de pijltoetsen Bevestiging met entertoets Dataoverdracht Menu voor de data-uitwisseling Pagina 61 en seriële protocollen Totaaldata-teller Weergave van totaal aan gestrooide hoeveelheid in kg ...
Bediening QUANTRON-A 4.9.2 Weergavekeuze De weergavevelden in het werkscherm van de bedieningsunit kunt u aan uw ei- gen wensen aanpassen. U kunt de drie weergavevelden naar keuze met de vol- gende waarden vullen: Rijsnelheid Stroomfactor (SF) Tijd ha dagteller ...
Bediening QUANTRON-A 4.9.3 Test/diagnose In het menu Test/diagnose kunt u de functie van enkele sensoren/actuatoren be- waken. LET OP Dit menu dient louter ter informatie. De lijst van de sensoren hangt van de uitrusting van de machine af. Submenu Betekenis Beschrijving Testpunten Test voor het benaderen van de verschillende...
Pagina 66
Bediening QUANTRON-A Voorbeeld schuiven 1. Menu Systeem/test > Test/diagnose oproepen. 2. Menu-item Doseerschuif markeren. 3. Entertoets indrukken. Het display toont de status van de actuatoren/sensoren. Afb. 4.20: Test/diagnose; voorbeeld: Schuiven [1] Weergave positie [2] Weergave signaal [3] Functietoetsen actuator rechts [4] Functietoetsen actuator links n VOORSICHTIG Gevaar voor letsel door bewegende machineonderdelen.
Bediening QUANTRON-A 4.9.4 Dataoverdracht De dataoverdracht is via verschillende dataprotocollen mogelijk. Submenu Betekenis Automatische perceelregistratie; overdracht van perceelbestan- den naar een PDA of pocket-pc via Bluetooth LH5000 Seriële communicatie bijv. strooien met applicatiekaarten TUVR Protocol voor de automatische deelbreedteschakeling, de wijzi- ging van toepassingshoeveelheid voor een specifiek deelopper- vlak en de gps-snelheid met een externe Trimble Terminal.
Bediening QUANTRON-A 4.11 Speciale functies 4.11.1 Tekstinvoer In sommige menu’s kunt u vrij te bewerken tekst invoeren. Afb. 4.21: Menu Tekstinvoer (voorbeeld) [1] Invoerveld [2] Tekenveld, weergave van de beschikbare tekens (afhankelijk van de taal) [3] Functietoetsen voor navigatie in het invoerveld Tekst invoeren: 1.
Pagina 69
Bediening QUANTRON-A Teken overschrijven: U kunt een afzonderlijk teken vervangen door een ander teken. 1. Cursor met behulp van de functietoetsen naar de positie van het te wissen teken in het invoerveld bewegen. 2. Met behulp van de pijltoetsen het te schrijven teken in het tekenveld markeren. 3.
Bediening QUANTRON-A 4.11.2 Invoer van waarden met behulp van de cursortoetsen In sommige menu’s kunt u getalswaarden invoeren. Afb. 4.22: Getalswaarden invoeren (voorbeeld strooidichtheid) [1] Invoerveld Voorwaarde: U bevindt zich reeds in het menu waarin u de getalswaarde wilt invoeren. 1.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A De bedieningsunit QUANTRON-A ondersteunt u bij de instelling van de machine vóór de werkzaamheden. Tijdens de strooiwerkzaamheden zijn eveneens func- ties van de bedieningsunit op de achtergrond actief. Hiermee kunt u de kwaliteit van de meststofverdeling controleren.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A Strooien met bedrijfsmodus AUTO km/h 1. Bedieningsunit QUANTRON-A inschakelen. 2. Menu Machine-instellingen > AUTO/MAN-modus oproepen. 3. Menu-item AUTO km/h oproepen. 4. Meststofinstellingen of strooimiddelinstellingen vastleggen: Strooihoeveelheid (kg/ha of g/m²) Toerental van de roerwerkas 5.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A Strooien met bedrijfsmodus MAN km/h U werkt in de bedrijfsmodus MAN km/h als er geen snelheidssignaal beschikbaar is. 1. Bedieningsunit QUANTRON-A inschakelen. 2. Menu Machine-instellingen > AUTO/MAN-modus oproepen. 3. Menu-item MAN km/h oproepen. 4. Rijsnelheid invoeren. 5.
Strooibedrijf met de bedieningsunit QUANTRON-A Strooien met bedrijfsmodus MAN schaalverdeling In de bedrijfsmodus MAN schaalverdeling kunt u tijdens het strooibedrijf de do- seerschuifopening manueel wijzigen. 1. Bedieningsunit QUANTRON-A inschakelen. 2. Menu Machine-instellingen > AUTO/MAN-modus oproepen. 3. Menu-item MAN schaalverdeling oproepen. 4.
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Op het display van de bedieningsunit QUANTRON-A kunnen verschillende alarmmeldingen worden weergegeven. Betekenis van de alarmmeldingen Melding op het display Betekenis Mogelijke oorzaak Storing aan doseerunit, stoppen! De actuator voor de doseerinrichting kan de streef- waarde niet bereiken.
Pagina 76
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Melding op het display Betekenis Mogelijke oorzaak Min. inst = 50 Strooihoeveelheid voor ontdooiende strooimidde- Max. inst. = 400 len buiten het geldige bereik. Ingevoerde waarde ligt buiten de grenswaarden. Min. inst = 750 Strooihoeveelheid voor stroefmakende strooimid- Alleen bij Max.
Pagina 77
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Melding op het display Betekenis Mogelijke oorzaak Roerwerkas draait zonder activering Roerwerkas draait zonder activering van het strooi- bedrijf Machine stoppen en contact opnemen met dealer. Toerental van de roerwerkas kon niet wor- Het ingestelde toerental van de roerwerkas kon niet den bereikt.
Alarmmeldingen en mogelijke oorzaken Storing/alarm verhelpen 6.2.1 Alarmmelding bevestigen Op het display wordt een alarmmelding gecombineerd met een waarschuwings- symbool weergegeven. Afb. 6.1: Alarmmelding (voorbeeld doseerunit) Alarmmelding bevestigen: 1. Verhelp de oorzaak van de alarmmelding. Neem hiervoor de gebruiksaanwijzing van de meststrooier en het gedeelte 6.1: Betekenis van de alarmmeldingen, pagina 69 in acht.
RAUCH-apparaten worden volgens moderne productiemethoden en met de groot- ste zorgvuldigheid vervaardigd en worden onderworpen aan talrijke controles. Daarom verleent RAUCH 12 maanden garantie, wanneer is voldaan aan de vol- gende voorwaarden: De garantie begint op de datum van aankoop.