4.5.1
Strooidichtheid
In het submenu Strooidichtheid kunt u de gewenste strooidichtheid invoeren
waarmee het strooimiddel moet worden uitgestrooid.
1. Submenu Strooimiddelinstellingen > Strooidichtheid oproepen.
Op het display verschijnt de op dat moment geldende strooidichtheid.
2. Vul de nieuwe waarde met behulp van de pijltoetsen in het invoerveld in:
Zie ook
pagina
Strooimiddel (eigenschap)
Zout grof/fijn (dooimiddel)
Zand, split (stroefmakend middel)
Meststof
3. Invoer bevestigen door op de entertoets te drukken.
De nieuwe waarde is in de bedieningsunit opgeslagen.
Het display toont het menu Strooimiddelinstellingen
De geprogrammeerde bandbreedtes zijn slechts richtwaarden. U moet de
strooidichtheid aanpassen aan de omstandigheden bij uw werkzaamheden.
Als u een waarde buiten het bereik invoert, verschijnt een alarmmelding.
4.10.2: Invoer van waarden met behulp van de cursortoetsen,
66.
C/100%-toets indrukken: de ingevoerde waarde wordt opgeslagen.
Bediening QUANTRON-K2
Strooidichtheid (g/m
5-40
75-300
1-300
LET OP
4
2
)
31