Speciale instellingen
U kunt speciale parameters instellen.
1
Druk op de knop [FNC].
h FUNCTIE-scherm verschijnt.
h
2
Raak [
] aan.
h SETUP-scherm verschijnt.
h
3
Raak [Special] aan.
h Het scherm Speciaal verschijnt.
h
4
Stel de verschillende items als volgt in.
■
[DEMO]
Stel de demonstratiemodus in. De
standaardinstelling is „[ON]".
[Software Information]
■
Controleer de softwareversie van dit toestel.
(P.33)
[Open Source Licenses]
■
Geeft de open bronlicenties weer.
■
[Initialize]
Raak [Initialize] aan en raak vervolgens [Yes]
aan om alle instellingen terug te zetten naar
de oorspronkelijke standaardinstellingen.
Ñ
Software-informatie
De softwareversie van dit toestel controleren.
1
Raak [Software information] aan in het
scherm Speciaal.
2
Bevestig de softwareversie.
Weergave Instellen
1
Druk op de knop [FNC].
h FUNCTIE-scherm verschijnt.
h
2
Raak [
] aan.
h SETUP-scherm verschijnt.
h
3
Raak [Display] aan.
h Geeft het weergavescherm weer.
h
4
Stel de verschillende items als volgt in.
■
[Dimmer]
Dimmermodus selecteren.
[OFF]: Het scherm en de knoppen worden
niet gedimd.
[ON]: Het scherm en de knoppen worden
gedimd.
[SYNC] (Standaard): De dimmerfunctie
wordt in- of uitgeschakeld wanneer de
verlichtingsschakelaar van de auto aan of
uit wordt gezet.
[OSD Clock]
■
Selecteer als u de klok wilt weergeven terwijl
het scherm is uitgeschakeld, of tijdens het
bekijken van videobestanden op USB, enz.
„[ON]" (Standaard)/ „[OFF]"
[Screen Adjust
■
Geeft het scherm Aanpassen weer. (P.31)
■
[Background]
De achtergrondafbeelding wijzigen. (P.33)
Ñ
De achtergrondafbeelding
wijzigen
1
Raak [Background] aan in het Weergave-
scherm.
2
Selecteer een afbeelding.
*
Selecteer van te voren een originele afbeelding.
1
Instellingen
*
1
33
Nederlands