18 Technische gegevens
Bij gebruik in de stand systeem met simultane werking, zie het
deel "individuele instelling van systeem voor simultane werking" voor
het apart instellen van de master- en slave-unit.
Instelling: Individuele instelling van systeem voor simultane
werking
Voer de volgende procedure uit bij het apart instellen van de master-
en slave-unit.
1 Verander instelling:
Als u wilt...
Groepsinstelling
Individuele instelling
2 Voer de lokale instelling uit voor de master-unit.
3 Schakel de hoofdvoeding uit.
4 Ontkoppel de gebruikersinterface van de master-unit en sluit ze
aan op de slave-unit.
5 Zet de hoofdschakelaar aan en stel de individuele instelling in
op 11(21)-1-02.
6 Voer de lokale instelling uit voor de slave-unit.
7 Schakel de hoofdvoeding uit.
8 Herhaal de instelling voor elke slave-unit als er meer dan één
is.
9 Ontkoppel de gebruikersinterface van de slave-unit en sluit ze
weer aan op de master-unit.
INFORMATIE
▪ U hoeft de gebruikersinterface NIET opnieuw vanaf de
master-unit
te
gebruikersinterface voor de slave-unit wordt gebruikt.
Verwijder wel de draden die bevestigd zijn op de
gebruikersinterface van de master-unit.
▪ Sluit
na
het
instellen
gebruikersinterface weer aan op de master-unit.
▪ Het systeem werkt niet goed wanneer twee of meer
gebruikersinterfaces
simultane werking zijn aangesloten.
Instelling: Instelling T1/T2-input
Afstandsbediening is mogelijk door overdracht van de externe input
op de klemmen T1 en T2 van de klemmenstrook voor bedrading van
de gebruikersinterface en de transmissie.
F2
T1
T2
FORCED
a
OFF
b
Input A
a
Geforceerd UIT
b
Input A
Bedradingsvereisten
Kabelspecificatie
Draaddikte
Kabellengte
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
• M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
• SW: Nummer instelling
• —: Waardenummer
•
: Standaard
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
24
(1)
Dan
M
SW
—
11 (21)
1
01
02
bedraden
als
de
optionele
van
de
slave-unit
in
de
stand
systeem
voor
Gebruik alleen geharmoniseerde
draad met dubbele isolatie en
geschikt voor de toepasselijke
spanning
2-aderige kabel
2
Minimum 0,75 mm
Maximum 100 m
Bedradingsvereisten
Specificaties extern contact
Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de
gebruiker.
Als u de stappen wil veranderen in...
Geforceerd UIT
AAN/UIT-werking
Nood (aanbevolen voor alarmwerking)
18
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
het Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
18.1
Bedradingsschema
18.1.1
Legende eengemaakt bedradingsschema
Voor
gebruikte
bedradingsschema op de unit. De onderdelen zijn genummerd met
Arabische cijfers in oplopende volgorde en wordt in het overzicht
hieronder aangegeven door "*" in de onderdeelcode.
Symbool Betekenis
Stroomonderbrek
er
de
Aansluiting
,
Connector
Aarding
Lokale bedrading
Zekering
Binnenunit
INDOOR
Buitenunit
OUTDOOR
Reststroomappar
aat
Symbool Kleur
BLK
Zwart
BLU
Blauw
BRN
Bruin
GRN
Groen
GRY
Grijs
SKY BLU Lichtblauw
Contact dat de minimale
belasting van DC15V, 1 mA kan
onderbreken
Dan
M
12 (22)
onderdelen
en
nummering,
Symboo
Betekenis
l
Veiligheidsaarding
Beschermende aarding
(schroef)
A
Gelijkrichter
,
Relaisconnector
Kortsluitconnector
Aansluitklem
Klemmenstrook
Kabelklem
Symbool
Kleur
ORG
Oranje
PNK
Roze
PRP, PPL
Paars
RED
Rood
WHT
Wit
YLW
Geel
Split-systeem airconditioners
3P668115-4E – 2022.11
(1)
SW
—
1
01
02
03
zie
het
FHA-A(9)