15 De installatie van de binnenunit voltooien
Besturing met 2 gebruikersinterfaces: 2 gebruikersinterfaces
besturen 1 binnenunit
a
b
1
2
3
c
1
2
3
d
P
P
1
2
e(1)
e(2)
P
P
P
P
1
2
1
2
a
Elektrische voeding
b
Reststroomapparaat
c
Buitenunit
d
Binnenunit
e1
Gebruikersinterface (hoofd)
e2
Gebruikersinterface (sub)
INFORMATIE
Bij gebruik van 2 gebruikersinterfaces moet er één worden
ingesteld op "MAIN" (hoofdgebruikersinterface) en de
andere op "SUB" (ondergeschikte gebruikersinterface). Zie
de
montagehandleiding
gebruikersinterface voor de instelling.
15
De installatie van de
binnenunit voltooien
OPMERKING
Dicht eventuele openingen rond leidingen en kabels af met
afdichtingsmateriaal (accessoire) om te voorkomen dat er
stof in de binnenunit binnendringt.
15.1
Aanzuigrooster en sierzijpaneel
monteren
1 Installeer alles goed vast in de omgekeerde volgorde. Zie
openen" [ 4 15].
binnenunit
2 Maak bij de installatie van het aanzuigrooster de riem van het
aanzuigrooster vast aan de haak op de binnenunit.
INFORMATIE
Bij het sluiten van het aanzuigrooster mogen de riemen
van het aanzuigrooster nergens geklemd zitten.
a
b
c
d
b
e
f
a
Ronde opening
b
Haak
c
Riem
d
Binnenunit
e
Aanzuigrooster
f
Kruisvormige opening
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
22
van
de
aangesloten
"De
a
b
c
16
Inbedrijfstelling
OPMERKING
Algemene
checklist
instructies voor inbedrijfstelling in dit hoofdstuk, is er een
algemene checklist inbedrijfstelling beschikbaar op het
Daikin Business Portal (authenticatie vereist).
De algemene checklist voor de inbedrijfstelling vormt een
aanvulling op de instructies in dit hoofdstuk en kan worden
gebruikt
als
richtlijn
rapporteringssjabloon
overhandiging aan de gebruiker.
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD werken met de thermistoren en/of
druksensoren/-schakelaars. Zo NIET kan de compressor
vuur vatten.
16.1
Controlelijst voor de
inbedrijfstelling
1 Controleer na de installatie van de unit de hierna vermelde
punten.
2 Sluit de unit.
3 Schakel de unit in.
U hebt de volledige instructies voor installatie en gebruik
gelezen,
zoals
beschreven
handleiding voor de installateur en de gebruiker.
De binnenunit moet juist gemonteerd zijn.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
De afvoerleiding is goed geïnstalleerd en geïsoleerd, en
het afvoerwater goed kan wegstromen. Controleer op
waterlekken.
Mogelijk gevolg: er kan condenswater naar beneden
druppelen.
De koelmiddelleidingen (gas en vloeistof) zijn goed
geïnstalleerd en thermisch geïsoleerd.
Er zijn GEEN koelmiddellekkages.
Er zijn GEEN ontbrekende fasen of omgekeerde fasen.
Het systeem is correct geaard en de aardingsklemmen
zijn vastgedraaid.
De zekeringen of lokaal geïnstalleerde beveiligingen zijn
overeenkomstig dit document geïnstalleerd en zijn NIET
overbrugd.
De voedingsspanning stemt overeen met de spanning
op het identificatieplaatje van de unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of
beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen die
tegen de binnenkant van de binnen- of buitenunit gedrukt
worden.
De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staan
volledig open.
inbedrijfstelling.
Naast
en
als
basis
voor
tijdens
inbedrijfstelling
en
in
de
uitgebreide
FHA-A(9)
Split-systeem airconditioners
3P668115-4E – 2022.11
de
de
bij