Elektrische aansluiting van de vlamdetectoren
Het is belangrijk dat de transmissie van de signalen zo goed als
vrij van storingen en verlies is:
Houd de kabels van de detector altijd gescheiden van de
andere kabels:
– De capacitieve reactantie van de lijn verkleint de grootte
van het vlamsignaal.
– Gebruik een afzonderlijke kabel.
Respecteer de toegelaten kabellengtes.
De ionisatiesonde is niet beveiligd tegen risico's op elektri-
Technische gegevens
Controledoos
Stroomnetspanning
Stroomnetfrequentie
Opgenomen vermogen
Veiligheidsklasse
Lading op klemmen
Zekering eenheid F1 (intern)
van "Ingang"
Primaire zekering perm. net. (extern)
Onderspanning
–
–
De ingangsstromen en de ingangsspanningen
–
–
–
–
Spanningsdetectie
–
–
Lading op klemmen
Contact totale lading
van "Uitgang"
–
–
Lading op een eenvoudig contact
Contactgever ventilatormotor
–
–
–
Uitgang alarmen
–
–
–
Ontstekingstransformator
–
–
–
Brandstofventiel
–
–
–
Werking van display
–
–
–
20094930
Technische beschrijving van de brander
Uitvallen voor veiligheid in de bedrijfspositie bij net-
werkspanning
Opnieuw gestart bij stijgen van netwerkspanning
UeMax
UeMin
Iemax
IeMin
On
Off
Nominale spanning
Totale ingangsspanning van de unit
(veiligheidscircuit)
- Contactgever ventilatormotor
- Ontstekingstransformator
- Ventiel
Nominale spanning
Nominale stroom
Vermogensfactor
Nominale spanning
Nominale stroomsterkte
Vermogensfactor
Nominale spanning
Nominale stroomsterkte
Vermogensfactor
Nominale spanning
Nominale stroomsterkte
Vermogensfactor
Nominale spanning
Nominale stroomsterkte
Vermogensfactor
sche schokken; deze moet beschermd worden tegen toeval-
lige aanraking.
De aarding van de brander moet voorzien zijn volgens de
geldende normen; de aarding van alleen de ketel volstaat
niet.
Positioneer de ontstekingselektrode en de ionisatiesonde
zodanig dat de ontstekingsvonk geen boog op de sonde kan
vormen (risico op elektrische overbelasting).
AC 230 V -15 % / +10 %
50 / 60 Hz ±6 %
< 30 W (normaal)
I, met bestanddelen conform II en III volgens DIN
EN 60730-1
6,3 AT
Max. 16 AT
< AC 186 V
> AC 195 V
UN +10%
UN -15%
1,5 mA piek
0,7 mA piek
AC 180...253 V
< AC 80 V
AC 230 V 50 / 60 Hz
Max. 5 A
AC 230 V 50 / 60 Hz
2A
cos j > 0,4
AC 230 V 50 / 60 Hz
1A
cos j > 0,4
AC 230 V 50 / 60 Hz
2A
cos j > 0,2
AC 230 V 50 / 60 Hz
2A
cos j > 0,4
AC 230 V 50 / 60 Hz
0,5A
cos j > 0,4
18
NL