G De harmonietypen afspelen
• Harmonietype 01-05
Druk op de rechterhandtoetsen terwijl
u akkoorden speelt in het gedeelte
voor automatische begeleiding van het
toetsenbord. De automatische
begeleiding moet hierbij zijn aangezet
(pagina 23).
• Harmonietype 06-12 (Triller)
Houd twee toetsen ingedrukt.
U kunt het harmonievolume aanpassen in de functie-instellingen (pagina 56).
Reverb toevoegen
Met Reverb voegt u de ambiance van een ruimte of concertzaal toe aan het
geluid dat u op het toetsenbord speelt.
Reverb toevoegen
Druk op de knop [REVERB ON/OFF] om de functie Reverb aan te zetten.
Reverb is gewoonlijk ingeschakeld. Controleer hoe het geselecteerde
reverbtype klinkt door op het toetsenbord te spelen. Schakel Reverb uit door
opnieuw op de knop [REVERB ON/OFF] te drukken.
Een reverbtype selecteren
Het ideale type wordt automatisch geselecteerd zodra u een song of stijl
kiest. U kunt echter alle gewenste reverbtypen selecteren.
1
Houd de knop [REVERB ON/OFF] langer dan een seconde ingedrukt.
Op het display wordt enkele seconden de tekst 'REVERB'
weergegeven, gevolgd door het reverbtype.
Langer dan een seconde
ingedrukt houden.
• Harmonietype 13-19 (Tremolo)
Blijf de toetsen ingedrukt houden.
• Harmonietype 20-26 (Echo)
Blijf de toetsen ingedrukt houden.
Verschijnt als de
functie Reverb
actief is.
Hall2
02
Spelen met diverse effecten
OPMERKING
• De harmonienoten kunnen
alleen aan de hoofdvoice
worden toegevoegd, en niet
aan dual- of split-voices.
• De toetsen links van het
splitpunt van het
toetsenbord produceren
geen harmonienoten als de
automatische begeleiding is
aangezet (als ACMP ON
wordt weergegeven).
Geselecteerd reverbtype
PSR-E303/YPT-300 Gebruikershandleiding
41