de aanwezigheid van zuurstof aangetast). Dus moet niet
alleen het vul- en aanvullende verwarmingswater wor-
den onthard, maar moet het verwarmingswater ook
adequaat worden geconditioneerd. Alleen zo kunnen de
voorschriften van VDI 2035 en de aanbevelingen en in-
bouwinstructies van de warmtepompfabrikant worden
nageleefd.
Blad 2 van VDI 2035 wijst bovendien op de verlaging van
het totale zoutgehalte (geleidbaarheid). Het risico van
corrosie is bij gebruik van volledig ontzout water veel
kleiner dan bij gebruik van zouthoudend, dus onthard
water.
Drinkwater bevat, ook als het vooraf werd onthard, op-
geloste, corrosieve zouten, die door het gebruik van
verschillende materialen in het verwarmingssysteem als
elektrolyten werken en zo het corrosieproces versnel-
len. Dit kan uiteindelijk zelfs tot puntroestvorming lei-
den.
MET DE ZOUTARME WERKWIJZE OP SAFE SPELEN
Met de zoutarme werkwijze treden bovengenoem-
de problemen helemaal niet op, omdat noch corrosie-
ve zouten zoals sulfaten, chloriden en nitraten, noch het
alkaliserende natriumhydrogeencarbonaat in het ver-
warmingswater voorkomen. De corrosieve eigenschap-
pen zijn bij volledig ontzout water zeer laag, bovendien
kan er zich ook geen ketelsteen vormen. Dit is de ideale
werkwijze bij gesloten verwarmingscircuits, omdat met
name ook een geringe zuurstoftoevoer naar het verwar-
mingscircuit kan worden getolereerd.
Bij het vullen van de installaties met volledig ontzout wa-
ter stelt de pH-waarde zich normaal gesproken door
zelfalkalisering in het ideale bereik in. Indien nodig kan
door toevoeging van chemicaliën zeer eenvoudig tot een
pH-waarde van 8,2 worden gealkaliseerd. Zo wordt de
optimale bescherming van de gehele verwarmingsinstal-
latie bereikt.
CONTROLE
Van doorslaggevend belang is de analytische registratie
en controle van de betreffende waterwaarden en van de
toegevoegde conditioneringsmiddelen. Daarom dienen
deze met geschikte watertestapparatuur regelmatig te
worden gecontroleerd.
Het verwarmingscircuit vullen en ontluchten.
Aanvullend de ontluchtingsklep aan de condensor
van de warmtepomp openen. De condensor ont-
luchten.
16
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500iNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
Isolatie van de
hydraulische aansluitingen
Buizenwerk van het verwarmingscircuit, de condensaat-
leiding buiten vorstvrij, dampdiffusiedicht en uv-besten-
dig isoleren.
AANWIJZING.
De inbedrijfstelling moet tijdens het verwar-
mingsbedrijf van de warmtepomp gebeuren.
Controleer de dichtheid van alle hydraulische aan-
sluitingen. Voer een drukproef uit.
Isoleer alle aansluitingen, verbindingen en leidingen
van het verwarmingscircuit (RX-Varianten diffusie-
dicht).