Condensafvoer; Aansluiting Op Het Verwarmingscircuit - alpha innotec LWD 50A Installatie- En Gebruikershandleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor LWD 50A:
- Installatie- en gebruikershandleiding (32 pagina's) ,
- Installatie- en gebruikershandleiding (44 pagina's) ,
- Installatie- en gebruikershandleiding (44 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
CONDENSAFVOER
Het uit de lucht ontstane condenswater moet via een
kunststof condensaatleiding met een doorsnede van
minstens 40 mm vorstvrij worden afgevoerd. Bij water-
doorlaatbare ondergronden is het voldoende om het
condenswater verticaal tenminste 90 cm diep in de bo-
dem te leiden.
Monteer met de bijgevoegde schroeven de bij het appa-
raat geleverde condensaatmof op de condensaatafvoer
aan de onderzijde van het apparaat.
Buiten:
De condensaatleiding (toebehoren wanddoorvoer)
met de condensaatmof verbinden.
Zie "Montagehandleiding wanddoorvoer'"
De condensaatleiding mag niet alleen worden geïnstal-
leerd, maar moet in een tweede, voor ondergrondse
9
montage geschikte buis (bijvoorbeeld afvoerbuis) wor-
den gestoken, voor ze in de bodem worden verzonken!
D
De verbinding van de beide buizen moet worden afge-
90°
dicht. Uitzetting in lengterichting moet mogelijk zijn. De
buis die zich aan het apparaat bevindt, mag niet op de
bodem steunen, maar moet kunnen verschuiven.
E
ATTENTIE
Een voldoende wegsijpeling van het naar de bo-
dem afgevoerde condensaat moet gegarandeerd
zijn!
12
Naar binnen:
De condensleiding (toebehoren wanddoorvoer)
door de wanddoorvoer (toebehoren) steken (glij-
middel gebruiken) en met het bijgeleverde kunststof
i
bochtstuk op de condensaatmof aansluiten.
15
12
Technische wijzigingen voorbehouden | 83053500iNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
2x F
a
!
i
10
O
D
90°
O
90°
13
2x R
16
3Ph/400V
Zie "Montagehandleiding wanddoorvoer".
AANWIJZING.
Als de condensaatleiding niet naar binnen wordt
gelegd, moeten de openingen in de wanddoor-
voer voor en achter met de bijgeleverde stoppen
worden afgesloten.
AANSLUITING OP HET VERWARMINGSCIRCUIT
Spoel het verwarmingscircuit goed door, alvorens
het apparaat erop aan te sluiten.
AANWIJZING.
Vuildeeltjes en afzettingen in het verwarmings-
circuit kunnen storingen veroorzaken.
Voorzie de verwarmingswateruitgang (aanvoer) en
verwarmingswaterinlaat (retour) aan warmtepomp-
zijde van afsluiters.
ATTENTIE
Het apparaat in het verwarmingscircuit in ove-
8b
reenstemming met het hydraulische schema in-
55
tegreren, afhankelijk van het apparaattype.
Documentatie 'Hydraulische integratie'.
40
80
b
AANWIJZING.
Controleer of de doorsnede en lengte van de
leidingen van het verwarmingscircuit (inclusief
11
aardleidingen tussen warmtepomp en gebouw)
O
voldoende gedimensioneerd zijn.
Steek de bijgeleverde afdichtingsplaat in de uitsparing in
de bodem van de kast:
O
14
1 Afdichtingsplaat
2x U
2 Doorvoeren verwarmingswater
3 Doorvoeren elektrische kabels
17
2x H
C
!
i
E
Advertenties
Inhoudsopgave
